foto: Guillaume de Germain op Unsplash.
foto: Guillaume de Germain op Unsplash. Foto: Guillaume de Germain op Unsplash

Duurzaam, de goede bedoelingen en de praktijk

Algemeen Bloemen in Beweging

Nadat Europa vorig jaar de klimaatwet aannam,volgen nationale overheden, banken, sectororganisatiesen burgers om duurzaamheidbovenaan op de agenda zetten.

Onze tijd vraagt om grote ambities, Nederland moet een duurzaam land worden, zei premier Rutte in de regeringsverklaring. “Klimaatverandering is dé uitdaging voor onze generatie. Goed klimaatbeleid biedt kansen om een duurzame en sterke economie op te bouwen en nieuwe banen te creëren. We maken Nederland klaar voor de toekomst – klimaatneutraal, fossielvrij en circulair – met een schone energievoorziening en groene industriepolitiek. Nederland is een welvarend land dat in de transitie naar een groene economie tot de kopgroep in Europa wil behoren.”

Door Walter Landesbergen

De overheid

Om aan te geven hoe groot de uitdaging is, wordt het voorkomen van rampzalige klimaatveranderingen op hetzelfde niveau geplaatst als het inpolderen van onze binnenwateren en de Deltawerken. Hoe kan je urgentie duidelijker maken dan met pompen of verzuipen.

De ambities van de regering liegen er niet om. Nederland wil Europees koploper  zijn bij het tegengaan van de opwarming van de aarde. In 2050 klimaatneutraal en in 2030 een reductie van CO2 van 55% lijken harde doelstellingen, waarvoor de komende 10 jaar 35 miljard is vrijgemaakt, aanvullend op de huidige Subsidieregeling Duurzame Energie SDE++, (dat is stimulering van hernieuwbare energie en CO2 reducerende opties).

De glastuinbouw

In de duurzaamheidsparagraaf wordt de glastuinbouw één keer met naam genoemd: “In de glastuinbouw is veel potentie om koploper te zijn in energiezuinige en circulaire productie van hoogwaardige producten. De sector kan zelfs CO2-postitief worden, maar leunt nu nog vooral op aardgas. We gaan deze overstap stimuleren in plaats van ontmoedigen. We creëren de randvoorwaarden om de glastuinbouw verder te verduurzamen en koploper te laten zijn in energiezuinige, circulaire producten.”
In haar stimulerende, sturende en dwingende rol zal de overheid alles uit de kast gaan halen, zodat bedrijven in onze sector straks een ‘duurzaamheidspaspoort’ kunnen overleggen, noodzakelijk om te ondernemen. De middelen van de overheid daartoe zijn groot: van fiscale voordelen tot vileine verboden.

De banken

In het proces van verduurzamen zijn de banken evenzeer sturend. In een rapport van voorjaar 2021 stelt ABN. “Om maatschappelijk relevant te blijven is het belangrijk voor de sierteeltsector om te verduurzamen. Dit gebeurt dan ook volop. Zo heeft de glastuinbouwsector de ambitie om de CO2-emissie te reduceren tot 2,2 Mton op jaarbasis in 2030. Dit zal naar een klimaatneutrale glastuinbouwsector leiden in 2040.”
De bank is er trots op dat binnen de klantengroep van ABN circa 50 procent van de siertelers initiatieven neemt op het vlak van duurzaamheid die verder gaan dan de wettelijke minimumvereisten. Met financieringsvoorwaarden zullen banken de maatschappelijke relevantie van klanten, lees verduurzaming, verder opkrikken.

De Sector

Ook vanuit de sector zelf wordt duurzaamheid gepushed. Floriculture Sustainable Initiative (FSI) startte in 2013 met als doel om internationaal verduurzaming van de sierteeltsector te bevorderen.

Jan van Dam, binnen de FSI directeur Nederlandse Bloemengroep: “We zijn koploper in de sierteeltsector en proberen tegelijkertijd andere branchegenoten te inspireren. We geloven er echt in om onszelf verantwoordelijk te maken in onze collectieve reis naar een duurzamere en groenere wereld. Daarom moeten we onze inspanningen op het gebied van duurzaamheid transparant en impactvol maken en ook meer communiceren over onze prestaties, om samen onze ambities waar te maken.”

Volgens RFH heeft 35 procent van de leden (april 2021) een door FSI erkend milieucertificaat. Deze groep vertegenwoordigt 79 procent van de veilingomzet, al is de invoering van een verplichte digitale milieu-registratie in 2021 gepauzeerd na druk vanuit een grote groep kwekers praktische en principiële bezwaren heeft tegen de certificering.

De Consument

Tenslotte, aan het eind van de keten, is het de consument die in haar aankoopbeslissing duurzaamheid steeds vaker een rol laat spelen, is de verwachting. Daarbij wijst ABN op het gevaar dat de consument de negatieve aspecten van het telen van bloemen en planten, beslag op grond, water, arbeid en energie, kan afstraffen. “Om die reden is het belangrijk dat de sierteeltsector verduurzaming van het productieproces inzichtelijk maakt, verbeteringen laat zien en de positieve effecten van een groene omgeving blijft aantonen.” 

Praktijk

In de praktijk blijkt verduurzamen echter een stuk weerbarstiger dan op papier. Het ABN-rapport zegt dit in één zin: “Daarnaast is er nog onvoldoende commitment vanuit de handel om gecertificeerde duurzame producten in te kopen.”
Laat dat nu net een van de belangrijkste argumenten zijn van (niche)kwekers om tegen verplichte certificering te strijden: de vraag blijft ver achter bij de goede bedoelingen. Nog afgezien van de twijfel of de consument de meerprijs wil betalen?

Hoe zit het nu precies met duurzaamheid in onze sector? Daarover bericht de Bloemenkrant de komende maanden.


Bronnen
Zie regeringsverklaring.
Zie coalitieakkoord.
Zie Europese Raad en Raad van de Europese Unie.
Zie Visie op sierteelt, april 2021
Zie Floriculture Sustainability Initiative 

FSI, de ambitie voor 2025.

Uit de krant

Meest gelezen

Uit de krant