Erfgoed

Zo’n dertig corso’s in ons land telt men. Die tuinbouw-optochten zijn immaterieel erfgoed van de Unesco geworden.

Het ministerie van OCW droeg de corsocultuur voor. Jaarlijks trekken die optochten van Rijnsburg tot Zundert en van Valkenswaard tot Eelde. En er is een varend corso in het Westland. Er waren er al opgenomen in het Netwerk en de Inventaris Immaterieel Erfgoed Nederland en er bestaat een corsokoepel. De promotionele waarde van die stoeten lijkt mij duidelijk, maar die zag destijds de veiling in Aalsmeer (VBA) noch het Bloemenbureau Holland blijkbaar in de bloemenparade die van Aalsmeer naar de Dam in Amsterdam reed en daar volledig op televisie verscheen, waardoor het grote bekendheid kreeg. Beide partners trokken destijds hun subsidie in.
Nou ja, het al twee jaar eerder (1946) opgerichte uit Rijnsburg en het Bollenstreekcorso, dat een band heeft met de Keukenhof, verving het op tv, dankzij omroep MAX. In mijn jeugd keek ik jaarlijks naar die door buurtschappen gemaakte Aalsmeerse sierteelttocht, waarin ook muziekkorpsen meeliepen, bij mijn tante in Amstelveen. Later was ik gast op de tribune op ’s lands nationale plein. En was als verslaggever een van de figuranten toen het Aalsmeerse corso door Dortmund reed. Eigenlijk is een corso een soort carnaval. Maar met meer reclame voor de Nederlandse sierteelt. Behalve honderdduizenden bezoekers worden er miljoenen bereikt via de (inter) nationale tv. Toch wel jammer dat Aalsmeer er geen deel meer van uitmaakt…

Johan Th. Bos
Johan Th. Bos, redacteur van de Bloemenkrant, geeft in zijn columns zijn mening over de sierteelt.