Jan Willem de Vries
Jan Willem de Vries Foto: WUR

Het eerste vliegtuig vloog ook niet in één keer...

Algemeen Column

Het is voor de Nederlandse glastuinbouw van groot belang dat er nieuwe verdienmodellen ontwikkeld worden, vanwege de gebleken gevoeligheid voor overproductie op de traditionele markten van vrijwel alle belangrijke glastuinbouwgewassen. Onze producten zijn commodity geworden wat betekent dat ze makkelijk uitwisselbaar zijn.

Vanuit diverse hoogwaardige markten is er vraag naar een mooie inhoud van stoffen van planten. Ontwikkelen van nieuwe verdienmodellen met nieuwe hoogwaardige gewassen uit Nederlandse kassen is een thema wat binnen onze businessunit veel aandacht krijgt. De top van de waardepiramide is wel de productie van medicijnen uit planten, maar ook lager in de piramide kan waarde worden gecreëerd met bijvoorbeeld natuurlijke geur-, kleur- en smaakstoffen of met exotische gewassen waar gevraagd wordt naar jaarrond constante kwaliteit. Het zijn dus niet alleen gezondheid bevorderende stoffen of geneeskrachtige inhoud stoffen waarnaar we op zoek zijn of op zoek zijn geweest.

Waarom dit nu zo interessant is voor glastuinbouw heeft alles te maken met het feit dat met instelbare klimaatomstandigheden de gehaltes van inhoudsstoffen te sturen zijn, het biedt de hightech glastuinbouw een unieke positie. Het optimaliseren van dergelijke nieuwe verdienmodellen begint met het zoeken naar de meest veelbelovende gewassen en de genotypes (rassen) die het beste presteren. Inzicht op de invloed van het kasklimaat op de gehaltes aan interessante inhoudsstoffen moet zorgen voor een optimale oogst.

Moleculen
Als je dan weet dat er vanuit diverse hoogwaardige markten vraag is naar ‘groene’ moleculen: stoffen die door planten worden aangemaakt en dat een van deze markten de Agrochemie is, en dan specifiek die van de gewasbeschermingsmiddelen. Het loont de moeite om hier onderzoek naar te doen. Met name de Nederlandse sierteelt beschikt in potentie over een groot aantal werkzame plantenstoffen voor deze markt en mogelijk dat hier een heel mooie dubbeslag is te maken een nieuw verdienmodel dat nieuwe oplossingen biedt in het beheersen van ziekte- en plagen. Groene gewasbeschermingsmiddelen op basis van siergewasextracten zou een nieuw verdien model kunnen zijn. Zeker interessant omdat het huidige gewasbeschermingsmiddelen pakket voor de tuinbouw heel erg onder druk staat. Het gebruik van bepaalde middelen zal op termijn niet meer zijn toegestaan waardoor het beschikbare middelen pakket verschraald en de middelen die overblijven aan effectiviteit verliest. Het is dus voor het behoud van een effectief middelenpakket van groot belang, dat er nieuwe middelen op de markt komen.
Groene gewasbeschermingsmiddelen zijn vanwege hun ‘low risk’ profiel geschikt voor duurzame integrale gewasbeschermingsstrategieën (IPM). Op het proefbedrijf van Wageningen University & Research in Bleiswijk heeft een onderzoeksproject gelopen met als titel “Groene gewasbescherming met sierteeltextracten”. Binnen dit project is beoogd protocollen te ontwikkelen, waarmee groene gewasbeschermingsmiddelen uit extracten van siergewassen geproduceerd kunnen worden, tegen trips en tegen meeldauw. Het project borduurt voort op eerder onderzoek wat in Bleiswijk heeft gelopen. In dat project zijn een aantal extracten gevonden met werking tegen meeldauw, botrytis, bladluis, spint en trips. Om de stap naar een commercieel product te kunnen maken, moesten er nog een aantal zaken onderzocht en ontwikkeld worden. Het gaat dan onder meer om de stabiliteit en reproduceerbaarheid: de middelen dienen herhaaldelijk een stabiele, effectieve bestrijding van de ziekten of plagen te laten zien.

Uit het onderzoek zijn een paar interessante conclusies naar voren gekomen. Zo is in herhaaldelijk uitgevoerde proeven aangetoond dat het extract gemaakt uit de groene delen van een onderzochte plant, trips effectief lijkt te bestrijden. Dit bleek in vrijwel alle proeven van vergelijkbaar niveau en soms zelfs beter dan de praktijk referentie. Hoewel ook extracten van diverse andere gewassen getoetst zijn tegen trips, bleek dit extract het meest effectief. Daarnaast zijn er stoffen gevonden die (mede) verantwoordelijk lijken te zijn voor de werking tegen trips. Het gehele extract werkte echter beter dan deze stoffen als ‘single molecule’ of in combinatie met elkaar. Het toevoegen van koolzaadolie verbetert de werking van deze moleculen, maar dit geldt ook voor het gehele extract. 

EFSA
In een van de extracten voorkomende stof is in de EFSA-database opgenomen vanwege de stof colchicine. De EFSA De European Food Safety Authority (EFSA) is een bureau (agentschap) van de Europese Unie dat onafhankelijke wetenschappelijke adviezen geeft over voedselveiligheid. Hierdoor zal het zeer waarschijnlijk niet mogelijk zijn om een korter (en goedkoper) registratietraject als ‘laag risicomiddel’ te doorlopen. In de Pesticiden database zijn gevonden stoffen geregistreerd. Voor registratie lijkt dit dus geen blokkade voor registratie te hoeven zijn. Helaas komt uit de economische verkenning naar de kostprijs dat de gebruikte extractiemethode zoals die nu voor deze studie is gebruikt, tot behoorlijk duurdere middelen leidt dan middelen die in de praktijk verkrijgbaar zijn en welke als referentie zijn gebruikt. Zelfs na optimalisatie en schaalvoordelen lijkt de prijs veel - tot wel drie keer - hoger uit te komen. Dit komt vooral door hogere kosten voor arbeid en apparatuur. Mogelijk dat door middel van veredeling is het mogelijk om rassen te ontwikkelen met een hogere effectiviteit van gewasbescherming.
We moeten ons door deze conclusies niet uit het veld laten slaan, hier liggen kansen en is het niet zo dat het eerste vliegtuig ook niet meteen vloog. Wilt u meer lezen over dit onderzoek, zie het onderzoeksrapport: WPR-1087.indd (wur.nl)

Jan Willem de Vries
Wageningen University & Research
Business Unit Glastuinbouw

Uit de krant

Meest gelezen

Uit de krant