Jan Willem de Vries
Jan Willem de Vries Foto: WUR

Een vliegje in de winkel is dat nu zo erg?

Column Columns

Meer dan ooit zijn innovaties nodig om de competitie positie van de Nederlandse glastuinbouw te behouden. Willen wij als Nederland onze reputatie op het gebied van duurzaamheid waarborgen dan is innovatie heel hard nodig. Het is dus nodig dat we met elkaar de hiervoor benodigde middelen bijeenbrengen. 

Nu heb ik het niet alleen over tuinders maar over alle actoren die actief zijn in de Glastuinbouw zoals tuinders, toeleveranciers en veredelaars. Maar ik heb het ook over Retail bedrijven, handel en noem maar op. Bedrijven die eisen en soms bovenwettelijke eisen stellen aan de wijze waarop wij onze producten produceren. Verse producten zoals groente en fruit, maar ook bloemen en planten dragen voor een heel belangrijk deel bij aan de omzet. Eisen stellen is dan oké maar neem dan ook je verantwoordelijkheid en help je toeleveranciers door te verduurzamen. Het is nog niet zo lang geleden dat ik van een heel grote exporteur van bloemen en planten de vraag kreeg van weet jij een oplossing voor de aanwezige nuttige beestjes in het handelskanaal? Hoe kunnen we die wegvangen. Wat bleek het geval, dat in de winkel de aanwezigheid van (levende) natuurlijke vijanden niet wordt geaccepteerd. De vraagsteller vroeg zich af of er een methode was om de planten te ontdoen van biologie. 

Moedeloos
Als bedrijf plegen wij heel veel inzet en bereiken heel goede resultaten om onze bloemen en planten maar ook groente en fruit op te kweken zonder chemische middelen en dan deze vraag. Het is een beetje om moedeloos van te worden. Nu weet ik ook wel als je in een restaurant zit aan een heel mooi gedekte tafel, waar ook nog een vaasje met bloemen op staat, dat je als restaurateur niet wilt dat er een beestje over je mooie witte kleed loopt. Dat beestje is dan het levende bewijs dat er geen chemie is gebruikt. Maar het is ook het bewijs dat wij als kwekers onvoldoende ons verhaal vertellen. Het verhaal van biologische bestrijding. Deze wijze van werken maakt dat er wel eens een vliegje vliegt in de winkel of een insectje kruipt over het mooie witte kleed. 

Bestrijding
Gelukkig zijn er nog collega’s waarbij de biologische bestrijding van plagen hun grote passie is. Zij vertellen mij het fantastisch te vinden hoe plagen volledig onderdrukt kunnen worden door inzet van natuurlijke vijanden zoals roofmijten, roofwantsen, roofkevers, sluipwespen, galmuggen, gaasvliegen en zweefvliegen. De enorme diversiteit van insecten en mijten is iets wat hun bijzonder boeit. Zij zijn ervan overtuigd dat de mogelijkheden voor biologische bestrijding nog lang niet uitgeput zijn. Deze onderzoekers proberen samen met collega-onderzoekers maar ook met studenten nieuwe mogelijkheden voor biologische bestrijding van plagen uit om zo bij te dragen de reductie van het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen. Gewerkt wordt aan verschillende thema’s van onderzoek zoals het vinden van nieuwe natuurlijke vijanden. Maar ook om nieuwe manieren van nadenken over biologische bestrijding. Biologische bestrijding is veel meer dan het simpel loslaten van natuurlijke vijanden in een teeltsysteem. Waar het om gaat is het managen van een ecosysteem. Natuurlijke vijanden hebben alternatieve voedselbronnen, prooien, gastheren, schuil- en eilegplekken nodig om zich te kunnen vestigen. 

Ecosysteem

Het werk van een teler is dus niet alleen meer het kweken van kwalitatief goede producten maar ook het realiseren van een goed ecosysteem in de kas. Alles draait om evenwicht. De beste bestrijding van plagen wordt vaak behaald bij een preventieve vestiging van populaties natuurlijke vijanden die klaar staan om opkomende plagen te bestrijden, het zogenaamde standing army. Meer natuurlijke vijanden betekent ook meer interacties tussen soorten. Dit kan op oneindig veel manieren plaagbestrijding beïnvloeden. Zo kunnen roofmijten bijvoorbeeld de bestrijding van bladluis met galmuggen ernstig verstoren doordat ze zich voeden met de eitjes van de galmug, of sluipwespen geparasiteerd worden door hyperparasitoïden (waarbij de het ene nuttige insect de andere opeet), maar er kunnen ook interacties plaatsvinden doordat natuurlijke vijanden elkaar positief aanvullen. Bijvoorbeeld doordat sluipwespen en gaasvliegen, bladluis op verschillende posities in de plant bestrijden, etc. 

Eerlijke verhaal

Een heel nieuwe onderzoekrichting is de biodiversiteit in en om de kas. Mijn collega’s denken dat er grote mogelijkheden liggen om biodiversiteit rondom kassen te benutten voor plaagbestrijding in kassen. Veel rupsen kunnen bijvoorbeeld spontaan geparasiteerd worden door sluipwespen die commercieel niet verkrijgbaar zijn bij bedrijven zoals Koppert, Biobest en noem maar op. Dat komt omdat ze vaak moeilijk massaal te kweken zijn. Dit geldt voor meerdere soorten natuurlijke vijanden, zoals spinnen en roofvliegen. Deze spontane bijdrage van de natuur aan plaagbestrijding is een ecosysteemdienst die verder ontwikkeld kan worden door het gericht ontwikkelen van een functionele biodiversiteit. Nu kan ik wel zeggen laten we nu ophouden over dat beestje wat over het tafelkleed loopt maar dat helpt niet. Wat we moeten vertellen is het eerlijke verhaal... en dat betekent dat je zo af en toe een beestje zult aantreffen. 

Jan Willem de Vries
University & Research
Business Unit Glastuinbouw

Uit de krant

Meest gelezen

Uit de krant