Wordt nu ook de kleine kweker erfgoed?

Het hart van de veiling, de mijnzaal, kan bij het industrieel erfgoed. Of je nu in Aalsmeer, Naaldwijk of Rijnsburg komt, de tribunes verliezen hun publiek, de wandelgangen hun roddels en in de cateringskeuken wachten koffiebekers tevergeefs op klanten.

Door Walter Landesbergen

Wat tijdkundigen al jaren beweren is door iedereen te zien. We leven niet in een tijdperk van veranderingen; we hebben te maken met een verandering van tijdperk. Vakmensen worden laptops en bloemen en planten worden foto’s.
Die vergaande digitalisering, de vierde industriële revolutie, heeft ons veel gebracht, ook in het bloemenvak. Maar het is niet louter hosanna. In al het vooruitgangsgeweld gaan er ook dingen verloren. Voor enkele spelers in de keten zijn dat essentiële zaken. Een aantal weken geleden heeft bloemist Pieter Straathof in de Bloemenkrant uiteen gezet waarom 100% digitaal bedreigend is voor de kleine koper. Straathof kreeg veel bijval. Vooral van collega kopers, velen onderschreven zijn verhaal. Maar aan de kleine kwekerskant bleef het tot nu toe stil. Waarom is dat en welke rol speelt RFH? De Bloemenkrant sprak met veilingmeester Linda de Ruiter.

Linda de Ruiter: ‘Ik heb de allerleukste klok’

Vorige week verscheen het lustrummagazine 365 dagen bloemen. ’48 pagina’s met verassende stylingsideeën, bijzondere productinformatie, enthousiaste verhalen van kwekers en heel veel prachtige bloemen’, zo staat in het woord vooraf te lezen. En daar is niets van gelogen. Inderdaad: ‘het plezier spat van de pagina’s af’.

Voor Linda de Ruiter, veilingmeester in Rijnsburg, klok 5, zomerbloemen, en Dieneke de Bruyn-Schoneberg, arrangeur van Royal FloraHolland, was het magazine een mooie aanleiding om achter de mijnzaal in Rijnsburg eens extra flink uit te pakken met inspirerende presentaties, mede mogelijk gemaakt door Greenhouse Van den Berg.Wie de presentaties heeft gezien, moet beamen, dat de producten er prachtig bijstaan. Om je vingers bij af te likken. Wie het gemist heeft, kan gaan kijken op locatie. Elke maandag is er een nieuwe show te zien. Je kan ook naar de facebook-pagina Veilingmeesters Rijnsburg, met bijna 4.200 volgers.

Gratis dienst

De Ruiter: “Alle kwekers, dat wil zeggen kwekers die regelmatig veilen, zijn uitgenodigd hun actuele assortiment aan te leveren, waarna RFH zorgt voor een geweldige showcase. Deelnemende kwekers hoeven niet verbonden te zijn aan de locatie Rijnsburg, maar dienen dus wel klok gerelateerd te zijn. Deze dienst van RFH is gratis.”

BK: Maar wat is de noodzaak van een dergelijke show?

De Ruiter: “Het vermarkten van producten wordt steeds belangrijker. Dat zeggen wij al jaren, maar nu het digitale veilen voor de deur staat, geldt dit des te meer. Voorheen, ik overdrijf een beetje, zette de kweker zijn producten op een kar en gaf die een zet. De veiling bracht het vervolgens voor klok en tribune en de verkoop was geregeld. Die tijd is voorbij. Door de digitale handel ontstaat er een kloof tussen koper en product. Daarom zal de kweker op het gebied van promotie/marketing meer actief moeten worden.”

BK: Voor de meeste kleine kwekers is dat onbekend terrein en waar haalt hij de extra uren vandaan?

Linda de Ruiter: “Dat is de reden waarom wij deze dienst aanbieden. We proberen de kwekers ervan te doordringen dat marketing/promotie een wezenlijk onderdeel is geworden van zijn vak. Het verkoopproces verandert ingrijpend. De kweker wordt straks, behalve op betrouwbaarheid van aanvoerinformatie, betaald op basis van zijn foto, power point presentatie, promotiefilmpjes. Zonder goede brandig zal het niet gaan. Na het op de kar zetten, zal de kweker de koper moeten laten zien wat hij of zij met zijn product kan, en vooral vertellen waarom zijn product bijzonder is. Actief zijn. Behalve producten, passie en vakmanschap verkopen.”

BK: En daar helpen jullie nu bij door dit initiatief?

De Ruiter: “Ja. Het is een soort eerste hulp bij brandig. Aan de ene kant door praktische ondersteuning en aan de andere kant door bewustwording te creëren. De kweker zal zich als meer als merk in de wereld moeten zetten.”

64 veilingmeesters

BK: Maar hoe bestendig is deze dienstverlening? Wat als landelijk veilen norm is? Hoe zit het dan met de 64 veilingmeesters zelf? Zijn die allemaal nog nodig? Dreigt voor dit vak niet het sierteeltmuseum, zoals destijds voor de opstekers?

De Ruiter: “Aan ons is nog niet verteld welke consequenties landelijk veilen voor de veilingmeester heeft. Wel is gesproken over mogelijk andere werkzaamheden. Misschien is dat wel een ondersteunende rol in marketing en promotie. Kan me niet voorstellen dat de sector niet van onze kennis van de markt wil blijven profiteren. We gaan het zien. Wat ik wel zeker weet is dit: ik heb de allerleukste klok die er bestaat. Met zomerbloemen ga je met het seizoen mee, het assortiment is bovendien zo divers. Ik word daar elke dag weer blij van. Van mij mag dat zo blijven.”

Opmerkingen bij dit artikel

Conclusies getrokken in dit artikel zijn voor rekening van de Bloemenkrant. Royal FloraHolland heeft middels haar perswoordvoerder laten weten er een andere mening op na te houden.

De redactie biedt Royal FloraHolland de gelegenheid om in een volgende uitgave van de Bloemenkrant de toekomstige positie van de kleine kweker en koper toe te lichten vanuit het standpunt van de coöperatie.

Dit artikel maakt deel uit van de serie die verschijnt onder de rubriek ‘Bloemen in Beweging’. Hierin komen alle geledingen aan het woord over toekomst van de sector. Zie ook het interview met Marco Maasse in deze krant, pagina 15.
Alle artikelen zijn terug te lezen op de site van de Bloemenkrant.