Voorbeeld plantenpaspoort.
Voorbeeld plantenpaspoort. Foto: walter landesbergen

Plantenpaspoort verhoogt transparantie en kosten

Algemeen

Door klimaatverandering en toenemende handel krijgt de Europese Unie steeds vaker te maken met nieuwe bedreigingen voor de plantgezondheid.

Om de EU beter te beschermen tegen de introductie van schadelijke organismen en effectief te handelen bij een uitbraak, komen er nieuwe regels voor iedereen die plantaardig teeltmateriaal verhandelt.

Op 14 december 2019 is de nieuwe EU-plantgezondheidsverordening van kracht. Alle planten binnen de EU moeten vanaf deze datum een plantenpaspoort hebben.

Door deze vernieuwde EU-regels neemt de traceerbaarheid van plantaardige producten in de handelsketen toe en kunnen de Europese lidstaten snel en gerichter maatregelen nemen bij de vondst van schadelijke organismen.

Nieuwe paspoort

Dat de gevolgen van schadelijke organismen in plantmateriaal verstrekkend zijn, bleek in 2010. Toen werd in Boskoop de Oost-Aziatische boktor aangetroffen. En nog kort geleden werd de plantenwereld opgeschrikt door Xylella.

Besmettingen zijn niet te voorkomen. Maar waar voorheen de besmettingsbron moeilijk te achterhalen was, daar verschaft de nieuwe Europese verordening meer duidelijkheid.
Daarvoor is wel een uitbreiding van het huidige plantenpaspoort nodig. Dat gaat gepaard met de nodige veranderingen. In grote lijnen gaat het om de volgende zaken, voor details zie onder andere de website van Naktuinbouw (www.naktuinbouw.nl).


Uitbreiding van de definitie
Alles wat teeltmateriaal is -alle voor opplant bestemde planten- valt 14 december 2019 onder het plantenpaspoort. Hieronder vallen ook zaden, stekken en consumptieve kamer-, perk- en kuipplanten.

Verplichte registratie
Ieder bedrijf dat in of vanuit Nederland teeltmateriaal in de handel brengt moet zich registreren bij één van de keuringsdiensten en dient te beschikken over een 9 cijferig fytosanitair registratienummer, welke wordt afgegeven door de NVWA. Bij Naktuinbouw registreren zich al de productiebedrijven met teeltmateriaal en eindproducten in de tuinbouw, bij KCB de handelsbedrijven die (alleen) eindproducten verhandelen. Voor bloembollen op pot geldt registratie bij de Bloembollenkeuringsdienst.

Autorisatie
Bedrijven die zelf plantenpaspoorten uitgeven moeten daartoe geautoriseerd zijn door Naktuinbouw of KCB. Het te gebruiken plantenpaspoort moet door genoemde instanties zijn goedgekeurd.

Vormvoorschriften

Het nieuwe paspoort moet voldoen aan uniforme vormvoorschriften (lay out) en inhoudselementen voorgeschreven door de EU. Bovendien met het blote oog leesbaar zijn en gescheiden van andere aanduidingen en afbeeldingen. Bedrijven die nu al werken met het plantenpaspoort dienen alle bestaande documenten/opdrukken aan te passen volgens het voorgeschreven format.

Kleinste handelseenheid
Het plantenpaspoort moet per kleinste handelseenheid worden aangebracht. Dit kan zijn; een pot, tray, kist, kar, pallet, etc.

Administratie
Ieder bedrijf dat handelt in producten met een plantenpaspoort dient een bedrijfsadministratie bij te houden met gegevens van in-en uitgaande planten. Wordt het plantenpaspoort vervangen, bijvoorbeeld omdat een partij wordt gesplitst, dan moeten ook de gegevens van het plantenpaspoort in de administratie worden opgenomen.

Aanpassen leveranciersdocument
Het plantenpaspoort kan niet meer gecombineerd worden met het leveranciersdocument. Wel kan het leveranciersdocument dienen als drager van het plantenpaspoort.
De plantenpaspoortgegevens staan dan in het voorgeschreven format, duidelijk gescheiden van andere informatie, op het leveranciersdocument.
Vervolgens moet de complete zending in één vervoersmiddel passen en wordt het leveranciersdocument aan de zending bevestigd.

Het advies van Naktuinbouw is om in gesprek te gaan met de aangrenzende schakels in de keten. Goed met elkaar afspreken hoe je om wilt gaan met de plantenpaspoorten en de kleinste handelseenheden.

In de nieuwe situatie blijven het vrije handelsverkeer en de markttoegang in de EU behouden. De nieuwe verordening brengt, zoals blijkt, wel grotere verantwoordelijkheden voor het bedrijfsleven met zich mee. En extra kosten. En extra werkzaamheden.

Hoge kosten

Die kosten zijn onder andere de bijdragen aan de keuringsdiensten, de plantenovereenkomst en kosten van keuringsbezoeken en controles. Daarnaast zijn er de kosten van het aanpassen (vervangen) van alle informatiedragers waarop het plantenpaspoort wordt afgedrukt en het bevestigen van de paspoorten tot op de kleinste handelseenheid, zoals Naktuinbouw en RFH dit willen.

Met name het laatste punt -het fysiek aanbrengen van het PPP op de kleinste handelseenheid- roept veel vragen op. Voor het veld betekent dit opgelegde handwerk een forse extra kostenpost en extra belasten van personeel.
Is een digitale oplossing niet meer van deze tijd?
Zo wordt geopperd om de veilbrief en de klokverdeelbon aan te passen en hierin het paspoort op te nemen, zie de afbeelding hieronder.
Daarvoor zou Royal FloraHolland systeemaanpassingen moeten doorvoeren. Daartoe lijkt de dienstverlener vooralsnog niet bereid. Gevolg is dat de kosten voor de bedrijven zullen verveelvoudigen.
Binnen de vakvereniging Flora Futura vraagt men zich af waarom RFH het PPP niet aangrijpt om haar spilfunctie als dienstverlener te onderstrepen.

Komende maanden volgen nog de nodige overleggen over het PPP. Eerstvolgende zal al plaats vinden op 15 juni, bij Arie Bouman Tuinplanten BV, georganiseerd door VGB en SLB.
Over de zin van het plantenpaspoort zullen weinig woorden worden gewisseld, het nut wordt ingezien. Maar over het verleggen van verantwoordelijkheden en de kosten die hiermee gemoeid zijn des te meer.

In de volgende Bloemenkrant een verslag van bovengenoemde vergadering.


Door Walter Landesbergen

Ron Bleiswijk, hoofd afdeling keuringen, Naktuinbouw.
Voorbeeld van een aangepaste veilbrief.

Uit de krant

Meest gelezen

Uit de krant