Afbeelding
Foto: WUR

Vandaag geef ik mijzelf een schouderklopje

Algemeen

Vandaag heb ik verschillende gesprekken gevoerd over onze Club van 100.

Het is misschien een beetje raar om te zeggen, maar het geeft mij een beetje een gevoel van geluk. Immers, als je er over nadenkt, is het net of deze club al heel lang bestaat. 
Maar niets is minder waar. Het is nog maar net 4 jaar. Als ik zie wat we in deze korte periode tot stand hebben gebracht met elkaar, dan voel ik mij trots. Nu is trots is in ons land een beladen woord geworden. In Nederland houden wij niet zo van mensen die trots zijn op zichzelf en die dat laten blijken. Maar vandaag niet; vandaag voel ik mij blij en trots.  

Club van 100
Dat we met de Club van 100 als bedrijf zijn begonnen was niet uit luxe maar uit bittere noodzaak om het onderzoek - met een onzekere ROI en wat een tijdshorizon kent van 5 tot 10 jaar voor introductie in de praktijk - aan de gang te houden. Een samenwerking tussen bedrijfsleven, wetenschap en overheid (de zogenoemde gouden driehoek) om te analyseren en vragen te beantwoorden over bedrijfsvoering en teelt en dit vervolgens te vertalen in toepassingsgericht onderzoek en innovatietrajecten.

Driver
Met de Cv100 hebben we het proces van nieuwe kennisontwikkeling deels aan de gang weten te houden. De belangrijkste driver achter het initiatief is geweest om de Nederlandse glastuinbouwcluster een voorsprong te laten behouden op het gebied van kennis. Dit samen met bedrijven die breder kijken dan de doelstelling van het eigen bedrijf. Het onderzoek waar we het over hebben is de basis voor de toekomst van de sector, die steeds weer voor enorme uitdagingen komt te staan. Zoals het structureel duurder worden van energie, strengere Europese eisen aan omgevingseffecten, en een markt die nieuwe producten blijft verlangen en eisen stelt aan productie. Individuele MKB-bedrijven zoals tuinders en toeleveranciers kunnen dit soort onderzoek niet in eigen beheer doen.
Het is voor hen te kostbaar en te risicovol. Het succes van de werkwijze van de Club van 100 zit in het kunnen aanboren van diverse financieringsbronnen. Denk dan aan het topsectorenbeleid en EU-gelden. Wij denken dat met deze krachtenbundeling en concentratie van onderzoeksinspanningen de tuinbouw haar toppositie in de wereld kan behouden. De leden van de Club van 100 zijn toeleverende ketenbrede bedrijven die verantwoordelijkheid hebben genomen en richting geven aan het onderzoek om nieuwe ontwikkelingen voor de toekomst aan de gang te houden. 

Afgeronde projecten
Het eerste afgeronde project was de Uitstralingsmonito. Dat toont het effect van schermen en kasdekmaterialen op de temperatuuropbouw in het gewas en toont ook de berekende Netto Straling. Deze netto straling is een waarde die ook met een Netto Stralingsmeter gemeten kan worden en deze geeft aan of de bovenste gewaslaag netto straling ontvangt (van de zon en/of belichting) of straling verliest (naar het koudere schermdoek of kasdek). Het project is inmiddels afgerond en heeft de beoogde softwareapplicatie opgeleverd. Alle Cv100 leden hebben een link toegestuurd gekregen waarmee zij hun klanten van een link naar de uitstralingsmonitor (Engels of Nederlands) kunnen voorzien. De uitstralingsmonitor heeft een online help-document waarin uitleg van de rekentool wordt gegeven en waarin ook verwijzingen naar de betreffende bedrijven zijn opgenomen.
Het tweede afgeronde project is een studie geweest naar Blauw licht. Een belangrijk kwaliteitskenmerk van pot-, perk- en kuipplanten is compactheid. Het gebruik van chemische groeiregulatoren staat echter in toenemende mate onder druk en verwacht wordt dat het gebruik ervan op termijn verder ingeperkt zal worden. Daarom is in opeenvolgende kasproeven onderzocht of de compactheid gestuurd kan worden met de spectrale samenstelling van het licht. Met als doel kennis te ontwikkelen over de mogelijkheden om met blauw licht de compactheid van planten te sturen en na te gaan wat de effecten hiervan zijn op plantvorm, bloei en fotosynthese. De gedachte hierachter is dat heel veel siergewassen en vooral pot- en perkplanten nog met chemische middelen compact worden gehouden en dat verwacht mag worden dat deze middelen verboden gaan worden. 

Duurzaam teeltsysteem
Op dit moment werken we aan een integraal duurzaam teeltsysteem waarbij het streven is zonder middelen, gas en emissies te telen. De grote vraag wordt dan hoe het gewas productief én gezond kan worden gehouden bij minimale energiekosten. Zeker met het wegvallen van curatieve middelen wordt het essentieel om betere handvatten te ontwikkelen om plaagpreventie en nieuwe wijze van telen zo goed mogelijk op elkaar af te stemmen. Met name in de herfst en het vroege voorjaar is dit belangrijk, omdat dan vaak een vermindering in de effectiviteit van biologische bestrijders wordt waargenomen. Daarnaast is het belangrijk dat in het voorjaar de ontwikkeling van bestrijders een voorsprong heeft op de ontwikkeling van plagen. Bij het toepassen van de beginselen van Het Nieuwe Telen (HNT) ontstaan 'nieuwe' combinaties van de klimaatfactoren temperatuur, licht en luchtvochtigheid. Dit kan zowel kansen als knelpunten bieden voor biologische plaagbestrijding. 

Zo werken we ook aan de ontwikkeling van een next generation bemestingsadvies-tool voor huidige en toekomstige rassen, teeltsystemen, substraten en innovatieve duurzame teeltstrategieën. Het huidige papieren BemestingsAdviesBasis (BAB, 1999) is omslachtig in het gebruik en achterhaald op aspecten als belichting, nieuwe rassen en EC-niveau van de teelt. Bovendien wordt emissieloos telen steeds meer de norm, waarvoor het noodzakelijk is voldoende te kunnen vertrouwen in de accuraatheid van de bemestingsrecepten en de kwaliteit van de recirculerende voedingsoplossing. Het project is nagenoeg afgerond en zal via de leden worden geïntroduceerd.

Maar er is veel meer
Zo hebben we een project op Automatische Detectie van stress aan planten; een project op het gebied van Rendementsverbetering met als titel "nieuwe veilige gewassen uit de kas"; een project nieuwe teeltsystemen waarbij de nadruk ligt op daglichtloos telen;  een project Integrale duurzaamheid waarbij we een management tool willen ontwikkelen voor minimalisatie milieu impact gewasbescherming; een project op het gebied van DATA waarbij de doelstelling is het verbeteren van dataverzameling, analyse en interpretatie vooraf van vastgestelde doelen van telers te verwezenlijken; een project Licht & Groei waarbij het doel is meer licht bij (groene) planten toe te laten; een project weerbaar wortel milieu met als doel nieuwe kennis over de ontwikkeling van micro-organismen in substraatteelten te leveren, waarmee weerbaarheid via gerichte keuze van substraateigenschappen en toevoegingen kan worden verhoogd; een project uitgangsmateriaal waarbij we een beter begrip van het functioneren van de plant in relatie tot zijn genetische eigenschappen willen opdoen... en nog veel meer.

We hebben iets heel moois aan de gang. Iets waar u als tuinbouwtoeleverancier niet direct over kan beschikken als u niet mee doet.

Wilt u zich net zoals mij voelen … sluit dan aan. 

Jan Willem de Vries
Wageningen University & Research
Business Unit Glastuinbouw
 


 

Uit de krant

Meest gelezen

Uit de krant