Afbeelding
Foto: RFH

'Coöperatie wordt definitief ten grave gedragen'

Algemeen

Donderdag 6 december houdt Royal FloraHolland haar laatste Algemene Ledenvergadering. Na ruim 100 jaar wordt er voor een nieuwe bestuursconstructie gekozen, die van de ledenraad.

Voor velen een bevestiging dat hiermee definitief een einde komt aan de coöperatieve gedachte die tuinbouw Nederland groot heeft gemaakt. Bijvoorbeeld voor Jos Kester, kweker uit Maasdijk, en bekend als initiatiefnemer om de klok te behouden. Kester is van mening dat de continuïteit van de sierteeltsector ernstig in gevaar wordt gebracht met het in het leven roepen van een ledenraad.

Voorafgaand aan de ALV van 6 december verstuurde Kester vandaag een open brief naar directie en bestuur van de Nationale Coöperatieve Raad (NCR), waarin hij hen oproept om er op toe te zien dat Royal FloraHolland met de nieuwe bestuursstructuur de coöperatieve gedachte blijft eerbiedigen. Mocht dat niet het geval zijn, dan dient de NCR haar afkeuring daarover uit te spreken. 

Hieronder volgt de onverkorte Open Brief.

Geacht bestuur en directie van de Nationale Coöperatieve Raad,

Dat ik als lid van Royal FloraHolland (RFH) bij U aanklop, ligt in het feit dat Uw directeur de heer Nuland in het Vakblad Voor De Bloemisterij van 30-6-2017 zijn visie gaf over het opnieuw creëren van een bestuursstructuur naar de vorm van een Ledenraad, dit ter vervanging van de huidige Algemene ledenvergadering (Alv).

De heer van Nuland zegt daarin; "We hebben FloraHolland geadviseerd dat als zij voor een Ledenraad kiest dat zij dan ook investeert in de relatie met de niet- gekozen leden. Zorg dus dat die betrokken worden bij processen! Niet in zeggenschap, maar in invloedsfeer."

Tot op heden is uit niets gebleken dat waar Uw directeur zich over dit essentiële punt uitspreekt n.l. het fundament van de coöperatie, de Raad van Commissarissen of van wie dan ook binnen RFH rekenschap van dit advies heeft gegeven, of het moet dat zijn wat in het Concept Statuten 3 juli 2018 staat?

Het bevreemdt mij namelijk in hoge mate dat, daar wij gedurende een kleine honderd jaar een bestuurscultuur van een dagelijks bestuur (DB) met een Alv hebben gehad en daar in de laatste decennia door de manipulatieve handelswijze van bestuur en directie van RFH, er sprake was van het stapsgewijze plan tot het ontzeggen van bevoegdheden en het stelselmatig kleineren van leden. De m.n. Hollandse kwekers zijn door deze handelswijze stelselmatig op achterstand  komen te staan waardoor deze groep zich steeds minder betrokken voelt bij de coöperatie. 

Hoe nu de toekomst van RFH moet worden veilig gesteld door een groep personen welke voor een groot deel al deel uitmaakte van zittende commissies en raden en die de nieuwe bestuurscultuur nu vorm moeten gaan geven, laat zich raden. 

Kanttekening
Graag maak ik direct de kanttekening dat waarbij grote kwekers meer invloed hebben t.o.v. de kleine, hiervoor dan toch niet een andere bestuursstructuur hoeft te worden gecreëerd?  

Geschokt en teveel gevraagd
U zult ongetwijfeld kennis hebben genomen van het feit dat Directie, Raad van Commissarissen met in haar gevolg adviesraden en commissies van RFH zich in 2017 unaniem schaarden om alle fysieke plantenklokken van de vestigingen in Naaldwijk alsook die van Aalsmeer per 1-10-2017 te sluiten. Wat daar vervolgens als reactie door de leden in een protest aan de Directie is bevolen, is een publiek geheim! Tijdens dit proces is er maar door niet meer dan één persoon vanuit een Adviesraad naar de Groep Behoud de Plantenklok gekomen om zich te laten informeren over onze zienswijze.
Bovendien werd ons door de Directie van RFH het verwijt gemaakt als; "Dat wij nog met paard en wagen naar de veiling zouden rijden."!  Zo op de persoon spelend, heb ik dat als ver beneden peil ervaren! In plaats van het elkaar zaken blijven ontzeggen zou er sprake moeten zijn van een evidente betrokkenheid!

Alles overziend wat hierboven is gezegd, daarbij de zeer vele complexen zaken welke zich buiten het vermogen van RFH bevinden en zonder daar direct invloed op te kunnen hebben maar waar wel op geacteerd dient te worden om daarmee de continuïteit van de sierteeltsector in Nederland niet in gevaar te brengen maar juist te borgen, vraagt van de aspirant bestuurder een zeer grote inspanning. Dit door van vele zaken van die terreinen kennis te hebben om daarmee een juiste weging te kunnen maken. Het vraagt een te grote investering van die persoon als lid van de Ledenraad.   

Juist dat laatste is blijkbaar voor het zittende dagelijks bestuur aanleiding geweest zich van haar taak te kwijten de directie de verantwoording te geven en als RvC aan de zijlijn applaudisserend toe te kijken.        

Conclusie en verzoek
Ik stel voor dat  U ervoor zorgt dat de RvC van RFH het eerder genoemde citaat van de heer Nuland in haar uit te voeren beleid opvolgt door vóór 5 -12-2018 in de zelfde bewoordingen dit aan haar leden kenbaar te maken! Mocht dit niet door de verantwoordelijke bestuurders worden gehonoreerd, verzoek ik U Uw afkeuring uit te spreken over een nieuwe bestuursstructuur in de vorm van een Ledenraad!      

Het lijkt mij fundamenteel te komen tot een onderlinge vertrouwen winnende professionele verantwoording binnen de coöperatie!!
       
In afwachting van Uw reactie, verblijf ik met vriendelijke groet,

Jos Kester
Maasdijk

Uit de krant

Meest gelezen

Uit de krant