Jan van Dam CEO DFG: “Samen de wereld groener maken.”

“Achteraf kan ik zeggen dat ik juist door de corona-situatie de kracht van onze sector snel heb leren kennen. Ik denk dat mijn inzichten zich sneller hebben gevormd.” 

Begin 2021 werd Jan van Dam de opvolger van Marco van Zijverden als CEO van Dutch Flower Group (DFG). Afkomstig van Ahold, waar hij diverse CEO- en directieposities vervulde in zowel Nederland, Centraal Europa als de Verenigde Staten, zou Van Dam 100 dagen de tijd nemen om zich te settelen in de sierteeltsector. Die 100 dagen van kennis- en kwartiermaken kwamen er anders uit te zien dan gedacht. Nauwelijks 2 maanden na zijn benoeming in 2020 als Chief Commercial Officer (CCO) kampte de sierteeltsector met de grootste crisis uit haar bestaan: de coronapandemie. De boel ging plat, bloemen naar de stort, de omzet kon niet dieper kelderen. Het gladjes acclimatiseren veranderde bruusk in een soort crisismanagement.

Door Walter Landesbergen

Van Dam: “Achteraf kan ik zeggen dat ik juist door de corona-situatie de kracht van onze sector snel heb leren kennen. De veerkracht, vitaliteit en de saamhorigheid die ik in deze tijd van nood heb ervaren, is heel bijzonder. De snelheid waarmee de sector samenwerkte en lobbyde bij de overheid vond ik verbluffend. Evenals het samen optrekken om de problemen te lijf te gaan die op ieders pad lagen. Dat heb ik als heel bijzonder beschouwd. Ik denk dat mijn inzichten door de corona-situatie zich sneller hebben gevormd.”

Positief

“Een ander gevolg van de corona-situatie is de opwaardering van bloemen en planten. Als sector stonden we op een geweldige positieve manier in het brandpunt van het nieuws. Bloemen werden gebracht in verzorgings- en ziekenhuizen, bij eenzame ouderen, we kochten vaker een bloemetje voor anderen. Zorg, aandacht, liefde werden geassocieerd met onze producten… het was allemaal heel intens.
Dit en de trend om het thuis en in onze buurten groener en gezonder te maken, hebben de sector alsnog een goed jaar bezorgd. Als ik kijk naar de komende jaren verwacht ik dat de belangstelling voor onze producten aanhoudt en de afzet blijft groeien. Maar er zijn ook genoeg uitdagingen, zoals product-innovatie, duurzaamheid, digitalisering en talenten aantrekken voor onze sector.”

BK: Om met dat eerste punt te beginnen, product-innovaties komen onder andere van de niche-kwekers, maar voor hen is 2020 ook het jaar geworden waarin zij zich in hun bestaansrecht bedreigd voelen. 

Niche-kweker

Van Dam: “De niche-kweker is enorm belangrijk voor ons. De shoppers van onze klanten vragen om nieuwigheden. DFG spant zich dan ook in om de niche-kwekers te helpen nieuwe soorten voort te brengen. We bieden support waar dat gewenst is, denken mee, garanderen afname en niet te vergeten verlenen ondersteuning op het gebied van marketing.

DFG steekt veel tijd en geld in fundamenteel onderzoek naar consument, doelgroepen, trends, consumentengedrag, de hele customer journey. Waar de sector in het verleden veelal werkte vanuit het aanbod, werken we nu vanuit de vraag. We delen deze kennis met onze preferred kwekers. Zo versterken wij onze gezamenlijke marktpositie.

niche-kweker belangrijk voor ons

Onze ervaring is dat de consument innovatie waardeert en bereid is daarvoor te betalen. En dat moet. Het bijzondere product moet beprijsd en betaald worden. Dat is nodig om de kosten te dekken en de innovatiestroom op gang te houden. Het besef dat de verschillende schakels dezelfde missie hebben, weliswaar in een andere rol, wordt inmiddels wel gedeeld. We hebben elkaar nodig om de consument aan onze bloemen en planten te blijven verbinden.”

BK: Gevoed door politiek, media en maatschappelijke organisaties oefent diezelfde consument een toenemende druk uit op het gebied van duurzaamheid. Misschien wel in tempo dat de sector niet bij kan benen.

Duurzaam

Van Dam: “Op het gebied van duurzaamheid hebben we als DFG al veel stappen gezet. Wel moet de keten nog transparanter worden als het om milieu-impact gaat en dat kan alleen als we bereid zijn tot samenwerken, van veredelaar tot handelaar. Gelukkig zie ik ook hier die saamhorigheid. We zijn er collectief van doordrongen dat efficiency in energie, kosten, transport, plasticreductie et cetera de individuele bedrijven, de sector en onze leefomgeving alleen maar voordelen opleverten. Ik ben enthousiast over de initiatieven op dit punt. Samen de wereld groener maken, letterlijk en figuurlijk.”

BK: Met een welwillende consument en een snelle verduurzaming zijn nog niet alle problemen de sierteelt-wereld uit, want hoe zit het met de arbeidsmarkt? Hoe poetst de sector haar imago op om jong talent aan te trekken?

Arbeidsmarkt

“Ik denk eerlijk gezegd niet dat imago hier de grootste hobbel is. Naar mijn idee is het de onbekendheid van de sector. Onbekend maakt onbemind. We zullen ons als sector veel meer moeten laten zien, willen we talent aantrekken. Alle mogelijkheden om jong talent binnen te halen zijn er. Als sierteeltsector spelen wij op een zeer hoog niveau mee, denk aan veredeling, logistiek, management, supply chain, marketing. Bovendien zijn we een globale speler met veel internationaal aanzien en voor Nederland een belangrijke tak van industrie.
Ik kan mezelf als voorbeeld stellen. Anderhalf jaar geleden wist ik nog weinig van de sierteeltsector en nu zou ik er al niet meer uit weg willen. Ik geniet elke dag van de dynamiek en de brede positieve grondhouding. De sector is nieuwsgierig, lerend, open en volop in ontwikkeling. Mooi om hier deel van uit te maken. HortiHeroes is een goed voorbeeld.
De sierteelt zal actief podia buiten de sector moeten opzoeken om de vele mogelijkheden te laten zien. Dan denk ik aan het ontmoeten van jonge mensen in het mbo- en hbo-onderwijs en aan universiteiten. Een goed voorbeeld van naar buiten treden vind ik HortiHeroes. Daar moet we op doorbouwen.

Maar we zullen ook de traditionele processen tegen het licht moeten houden. Moet een inkoper wel om drie uur ’s nachts zijn bed uit om zijn assortiment bij elkaar te krijgen? Ik denk niet dat we jonge mensen hiervoor wakker kunnen maken. Inkoop spreiden over de dag en vergaande mechanische fijnverdeling lijken mij noodzakelijk.

Als ideale werkgever dienen we ook in te spelen op de behoefte van vrijheid, variatie en carrièreperspectief. De jeugd moet de overtuiging krijgen dat hun toekomst in de sierteelt echt aantrekkelijk is.”