Afbeelding
Foto: WUR

Het verleden, heden en toekomst van het bloembollen-onderzoek

Algemeen

Deze tijd is eigenlijk te interessant om met pensioen te gaan.

Ik ben bij het symposium ter gelegenheid van het afscheid van ons bollen-icoon Henk Gude. Wat jammer dat hij ons om gezondheidsredenen moet verlaten. Verschillende sprekers voeren het woord. In het bijzonder wil ik noemen Ernst van der Ende, algemeen directeur van Wageningen Plant Research, en Richard Immink, Universitair hoofddocent, en ook wel de bollenprofessor genoemd. 

De wereld verandert heel snel. Op wereldschaal staan we voor enorme uitdagingen. Het gaat dan om klimaatverandering, verstedelijking, ondervoeding, de druk op onze leefomgeving, etc. Om de uitdagingen waar we voor staan het hoofd te bieden, zijn transities nodig richting een circulaire bio-based economie. Data zullen bij de grote veranderingen centraal staan. Met de inbedding van het bloembollenonderzoek bij Wageningen UR Glastuinbouw heeft het bollenonderzoek weer heel sterke schouders gekregen en kan zich volop gaan bewijzen en excelleren. Innovatie is cruciaal, als we niet vernieuwen, dan wordt het wel heel erg lastig om de sector toekomst te bieden.
Als je kijkt naar de toekomst zijn een aantal onderzoekslijnen waar te nemen die liggen op het gebied van energie, water en emissie, high tech systemen en data, gewasbescherming en product en gewaskwaliteit. Zo is het programma 'vitale teelt' hier een mooi voorbeeld van. Een voorbeeld waar samenwerken binnen de sector die enorm belangrijk is. Want is het niet zo dat de uitdagingen waar we voor staan zo omvangrijk zijn geworden, dat we ze niet meer alleen kunnen oplossen.

Verleden
Om de uitdagingen het hoofd te bieden is en blijft gedegen genetisch en fysiologisch onderzoek nodig. Dat is waar Henk zich de afgelopen 40 jaar mee bezig heeft gehouden. Hij heeft het meest gewerkt aan de tulp. En om een paar hoogtepunten te noemen waar hij aan gewerkt heeft, zijn dat bewaring en bewaarsystemen, teelt en teeltsturing en meerlagenteelt.
Het doel van het onderzoek was altijd de kwaliteit van de bol te veranderen en te verbeteren. Door de jaren heen kwam het inzicht dat we duurzamer moeten gaan telen. Energiebesparing en verminderen van gewasbescherming kwamen naar voren. Tijdens zijn onderzoek kwam hij er al snel achter dat bollen heel erg reageren op signalen van buiten. Kou en warmte zijn nodig om allerlei processen in de bol te sturen middels hormonen. Hij heeft hier heel veel onderzoek naar gedaan en dan met name naar het hormoon ethyleen.

In de jaren '80 deed de moleculaire biologie zijn intrede in het onderzoek, voor die tijd gebeurde het onderzoek op plant- en celniveau. Maar met deze nieuwe technologie kon het onderzoek kijken op DNA-niveau en antwoorden vinden op vragen wat nu een planteigenschap van een gewas bepaalt, welke vervolgens fysiologisch kon worden verklaard.

In de jaren '90 kwam daar nog een enorme omwenteling bij. Onderzoekers gingen niet alleen kijken naar het DNA van planten maar ook naar eiwitten met behulp van zg. –omics technieken. Zo werd duidelijk dat eiwitten verschillende processen regelen in een cel die hiermee hormonen en metabolieten vormen. Een heel nieuw onderzoeksveld. Met behulp van deze technologie heeft Henk het probleem van bloemverdroging bij tulp verklaard en opgelost.

Henk is ook een belangrijke stimulator geweest in het onderzoek naar processen die een tulp aansturen. Bekend was dat temperatuur een heel belangrijke factor is, maar wat de exacte signalen die bij de bloemknopaanleg een rol spelen, was niet bekend. Het onderzoek heeft laten zien welke gen er nu verantwoordelijk is voor de regulatie van de bloei, zowel remming als stimulatie.
Ook bij de lelie is er mede dank zij hem veel onderzoek gedaan naar bloei. De gedachte van Henk was dat er een relatie is tussen de schubben van een leliebol. Er moest iets in de buitenste schubben zitten wat de bloei tegen houdt. Het signaal 'bloei' komt pas nadat de bol heel koud is geweest. Na heel veel monsters te onderzoeken kwam men erachter dat er in de buitenste schubben glysorol zit wat de bloei remt. 

Toekomst
De lelie is een leuk bruggetje naar het verhaal dat Henk zelf heeft gehouden over het productiesysteem van de toekomst, het éénrichtingsverkeer bij Lelie. Dit systeem staat misschien wel model voor de hele bollenteelt, wat nu een cyclisch proces is. Elk jaar brengen we de bollen naar het veld en na de oogst weer naar de schuur. Op deze manier houden we ziekten en plagen in stand.
Natuurlijk is er wel rotatie in gebruikte gronden, maar dat is niet voldoende om ziekten en plagen onder de duim te houden en waardoor er sprake is van een hoog gebruik aan middelen. Dus als we naar een systeem willen van een laag middelen gebruik en misschien wel een nul middelen gebruik, is het éénrichtingsverkeer misschien wel de oplossing.
Het idee is niet nieuw, maar al meer dan 25 jaar oud. Dat het zolang op de plank heeft gelegen, heeft te maken met beschikbare financiën en er waren alternatieven (de gewasbeschermingsmiddelen). Maar sinds een aantal jaren waait er een heel andere wind in de samenleving.
Daarnaast is het zo dat de landen waar wij onze bollen naar toe produceren, de meest geavanceerde apparatuur hebben staan om aan te tonen of virussen en ziekteverwekkers aanwezig zijn. We moeten dus naar een systeem dat ziekteverwekkers uitsluiten. De samenleving wil ook niet meer dat er nog middelen op de bollen zitten; enerzijds voor het milieu en anderzijds wil men het niet op de handen krijgen. Die druk wordt zo groot dat we binnen een aantal jaren, als we niets doen, geen bollen meer kunnen exporteren.

Wat Henk bedoelt met het éénrichtingsverkeer is, dat we in één lijn van uitgangsmateriaal tot leverbare bol gaan maken, zonder tussentijds rooien en opnieuw planten. Waarbij we uitgaan van ziektevrij materiaal en telen op substraat, onder geconditioneerde omstandigheden om ziekten en plagen buiten de deur te houden. Verder zal onderzoek nodig zijn om de vorming van dochterbollen te voorkomen en er zal ziektevrij materiaal nodig zijn wat onbeperkt beschikbaar is uit weefselkweek.

Dit zou ook bij tulp moeten gebeuren. Henk begint te dagdromen… waarom zouden we nog bollen moeten produceren als je het plantje rechtstreeks kan laten doorgroeien… Voor al die mensen die nu denken, nu begint hij te raaskallen, het wordt tijd dat hij met pensioen gaat, wil ik zeggen, kom maar eens kijken over een jaar. De teelt van ziektevrij uitgangsmateriaal hebben we al… natuurlijk moet er nog veel gebeuren. Zo moet we de processen van afsterven, afrijpen, in rust gaan en rustbreking van bollen onder de knie krijgen. Eigenlijk weten we hier niets van.
Een ander onderwerp waar we niets van weten is waar de schakelaars zitten van bolgewassen. Hoe gaan ze om met suikers. Als we dit weten, kunnen we suikerstromen sturen, naar de bol en in de broeierij naar de bloem; dan hebben we alle problemen opgelost.

Na afloop ga ik naar huis met een gevoel dat er nog veel te doen is. En dat het toch wel heel jammer is, dat we zonder Henk Gude verder moeten in het onderzoek. Maar laten we de handen ineenslaan en zoals de titel van het nieuwe strategisch plan van ons bedrijf zegt 'Finding answers together'.

Jan Willem de Vries
Wageningen University & Research
Business Unit Glastuinbouw
 


 

Uit de krant

Meest gelezen

Uit de krant