Afbeelding
Foto: wur

Hoezo apen niet leren klimmen?

Algemeen Column

De toeleverende Nederlandse bedrijven vormen naast de primaire productie een heel belangrijke pijler in de nationale en internationale glastuinbouwsector.

Door de economische crisis is de omzet van deze bedrijven in Nederland sterk teruggelopen en zijn deze bedrijven zich steeds meer gaan richten op de exportmarkt.
Was de omzet van deze bedrijven in 2002 zo'n 2 miljard. Verwacht mag worden dat deze in 2020 3,8 miljard euro zal zijn en hiermee vrijwel de omzet van de primaire tuinbouw die in 2020 is geprognostiseerd op 4,2 miljard zal benaderen.
Van de kassenbouwers is de schatting dat 80% van de omzet internationaal wordt gerealiseerd. Als je kijkt naar de top 10 ging verreweg de meeste Nederlandse export van kassen in 2016 naar Rusland, gevolgd door Frankrijk, China, VS, Polen, Mexico, Iran, Canada, Duitsland en Japan. Is dat een goede ontwikkeling vraag ik mij af? 

Mismatch
We kunnen het de toeleverende industrie niet kwalijk nemen dat ze om een gezond toekomstperspectief te waarborgen en gegeven de teruglopende omzetten in Nederland vanaf 2008, en naar verwachting het afnemende areaal, het voor hun noodzakelijk is geweest hun internationale marktpositie te vergroten. En hier liggen nog enorme kansen.
Neem bijvoorbeeld China, hier woont 20% van de wereld bevolking en is 7% van de totale zoetwatervoorraad op de wereld aanwezig. Hier kunnen enorme slagen worden gemaakt met Nederlandse technologie. Zeker als je weet dat in dit land, zo heb ik mij laten vertellen, 3 miljoen ha aan Solarkassen staan! Ik durf te stellen dat er op dit moment onvoldoende van de in Nederland beschikbare innovaties in het buitenland worden geïmplementeerd. De beschikbare kennis wordt maar mondjesmaat toegepast. Dit heeft alles te maken met het hoge technologieniveau waarmee wij onze groente, bloemen en planten telen. Dit sluit onvoldoende aan bij het bestaande kennisniveau in potentiële groeimarkten, met andere woorden, er is een mismatch tussen de beschikbare technieken en de optimale technieken. 

Strategisch
Vaak hoor ik, je moet apen niet leren klimmen. Straks hebben ze ons en onze producten niet meer nodig. Ik denk dat dit een heel foute benadering is. Wij moeten er voor zorgen dat de Nederlandse glastuinbouw een broedplaats is en blijft voor nieuwe ontwikkeling. Alleen zo kunnen wij het maximale rendement uit onze activiteiten halen. Steeds maar weer nieuwe innovaties, waarmee wij onze producten steeds maar weer verduurzamen en steeds maar weer vernieuwen. Ik ben er van overtuigd dat nieuwe ontwikkelingen altijd al de drijvende kracht zijn geweest van de glastuinbouw en dat zal zo moeten blijven. Alleen op deze wijze kunnen wij onze positie behouden. Het besluit om in te zetten op innovatie is een strategische beslissing. Dat geldt vooral bij innovaties waarbij het creëren of aanboren van nieuwe markten centraal staat. Voor het slagen van dergelijke innovaties is het noodzakelijk dat er geld beschikbaar komt. Als er niets verandert dan zitten we als sector in zijn geheel heel dicht bij het moment dat we kannibaliseren op de bestaande kennis. Er is maar een plek voor de Nederlandse Glastuinbouw en die is bovenaan. Het mag niet zo zijn dat innovatie niet meer plaatsvindt. Er staat gewoon te veel op het spel. 

Innovaties
Natuurlijk is het zo dat je best kritisch moet zijn op de dingen die gedaan moeten worden. Onderzoekers zijn vanzelfsprekend heel enthousiast over hun eigen projecten en ideeën. Projecten die niet altijd tot het gewenste resultaat leiden maar wel nieuwe kennis en inzichten genereren. Nu gaat het bij innovatie niet om het genereren van nieuwe ideeën, maar veel meer om het vinden van de juiste oplossingen. Voor de Nederlandse Glastuinbouw is het belangrijk dat innovaties blijven plaatsvinden. De Glastuinbouwsector ontleent haar bestaansrecht aan innovaties. We moeten blijven verbeteren, verbeteren, verbeteren. Doen we dat niet, dan zijn we zo van het toneel verdwenen.

Wereldspeler
Meer dan ooit zal de tuinbouwtoelevering en de primaire sector elkaar nodig hebben. Zonder maakindustrie (kassen) in Nederland welke als etalage dient voor de wereld, die steeds maar weer schonere en veiligere producten oplevert en heel zuinig omgaat met resources, heeft tuinbouwtoelevering niets meer in Nederland te zoeken. De tuinbouwsector is van groot belang voor Nederland. Nu nog maken we onderscheid in toeleverende bedrijven en primaire bedrijven. Wat zou het mooi zijn als we de handen inéén slaan en met elkaar ambities hebben en dat ook doen om de Nederlandse glastuinbouw naar een hoger niveau te tillen. Dat is goed voor de primaire sector en dat is goed voor de tuinbouwtoelevering. Gebeurt dat niet, dan dreigt de Glastuinbouw belangrijke kennis en vaardigheden te verliezen. Met alle gevolgen voor het bedrijfsleven en de positie van Nederland als wereldspeler. 

Jan Willem de Vries
Teamleider Facilitair Bedrijf
(Wageningen UR Glastuinbouw)

 

Uit de krant

Meest gelezen

Uit de krant