Afbeelding
Foto: WUR

Nil volentibus arduum

Algemeen

Niets is onmogelijk voor hen die willen.

Dat onderzoek een weg van lange adem is en niet voor iedereen is weggelegd, daar staan we niet elke dag bij stil. Voordat de resultaten van ons werk toegepast kunnen worden in de praktijk gaat daar heel veel jaar overheen. Veelal tussen de 5-10 jaar… Het werk dat wij doen, is dus niet het testen van middelen op ziekten en plagen. Nee, wij gaan actief op zoek naar nieuwe natuurlijke vijanden tegen plagen. Dit is een weg van lange adem, vandaar ook deze mooie Latijnse spreuk boven dit stukje als eerbetoon aan al die collega's die zich elke dag weer inzetten om de problemen, waar u elke dag weer tegen aanloopt, te willen oplossen. 

Omnivore roofwantsen
Het is nog maar even geleden dat het onderzoeksrapport "Plaagbestrijding met omnivore roofwantsen" is uitgekomen. Misschien is het goed om even stil te staan wat een omnivoor ook alweer is. Een omnivoor is een alleseter, in dit geval een insect die zowel plantaardig als dierlijk voedsel kan eten om te overleven. Het dieet is bij een omnivoor afhankelijk van wat er op dat moment beschikbaar is en kan allerlei plantaardige en dierlijke producten omvatten.
Deze omnivore roofwantsen kunnen zich voeden met zowel prooidieren als plantensappen. Dat lijkt een gunstige eigenschap, maar ze kunnen bloemen en vruchten ook beschadigen. In het onderzoek is gekeken naar de effecten van deze wantsen op plagen in gerbera, tomaat en roos en de risico's op eventuele bloem en vruchtschade. Omnivore roofwantsen van de familie Miridae hebben een breed voedselmenu wat een enorme kans is voor de voor het toepassen van biologische bestrijding. Deze wantsen zijn niet kieskeurig en kunnen daardoor verschillende plaaginsekten bestrijden en tegelijkertijd preventief ingezet worden. Omnivore roofwantsen hebben daarmee een voordeel op de vaak ingezette roofwants Macrolophus pygmaeus die vooral prooidieren op het menu heeft staan. Nadeel is wel dat ze bij te weinig voedselaanbod schade kunnen geven aan bloemen en vruchten.

Plaagbestrijding 
Het onderzoek met als doelstelling de potentie voor plaagbestrijding met een aantal soorten omnivore roofwantsen te onderzoeken, is uitgevoerd zoals gezegd in de gewassen gerbera, roos en tomaat. De plaagbestrijding was hier vooral gericht op witte vlieg (gerbera en tomaat), Echinothrips (roos en gerbera), Tuta absoluta (tomaat), Turkse mot (gerbera en tomaat) en Nesidiocoris tenuis (tomaat).
Omdat deze wantsen mogelijke schade kunnen veroorzaken aan het gewas is door mijn collega's gekeken naar de eventuele schade die ze veroorzaken in gerbera en tomaat en naar methoden om gezocht om de vestiging te verbeteren. Voordat aan een dergelijk onderzoek kan worden begonnen gaan vele jaren aan voorbereiding vooraf. Ik weet dat wij op het bedrijf op een gegeven moment 80 verschillende roofwantsen in kweek hadden. Dit zijn heel bijzondere collecties welke met heel veel moeite tot stand zijn gekomen. Ik weet als de beste dat dit niet vanzelf gaat. Het werk gebeurt buiten uw gezichtsveld. Wat u als teler/ kweker uiteindelijk te zien krijgt is het resultaat van vaak vele jaren onderzoekswerk. Eerst moet worden gekeken of je van een insect een massa kweek kunt maken. Als dat lukt wil nog niet zeggen dat hij het doet in het gewas waar problemen mee zijn. En dan is het uiteindelijk zover en blijkt dat vier van de 80 onderzochte soorten wantsen (Macrolophus pygmaeus, Dicyphus errans, Dicyphus bolivari en Dicyphus cerastii) zich in tomaat kunnen vestigen en een populatie kunnen opbouwen. Ook weten we dat bij zeer hoge dichtheden die wantsen schade geven aan het gewas en dat de Dicyphus-soorten de meeste vruchtschade geven, terwijl M. pygmaeus zorgde voor bloemabortie.

Ook is het effect onderzocht van deze omnivore roofwantsen op de mediterrane roofwants Nesidiocoris tenuis (Nesi). Deze Nesi wordt steeds vaker in tomaat aangetroffen en wordt als een echte plaag ervaren. Hoewel Nesi een belangrijke bijdrage kan leveren aan de bestrijding van witte vlieg en de tomatenmineermot, geeft deze wants ook gewasschade waardoor hij in feite een plaag is. De Nesi-wantsen prikken in vruchten en bloemen met alle gevolgen van dien zoals forse belemmering van de groei en het verdringen van de gewenste roofwants Macrolophus pygmaeus. Uit het onderzoek is gebleken dat Omnivore roofwantsen in staat zijn om de vestiging van Nesi aanzienlijk  terug te dringen.
Ook in het gewas roos zijn verschillende soorten roofwants getest. Helaas hebben we moeten constateren dat geen enkel soort zich goed kan ontwikkelen in een rozengewas, Waarschijnlijk is het gewas te houtig voor de afzet van eieren.

Vervolgonderzoek met alternatieve waardplanten is aangetoond dat Echinotrips uitstekend kan worden bestreden zolang de roofwants voldoende wordt ondersteund met bankerplanten.

Wilt u meer lezen over dit onderzoek zie: https://edepot.wur.nl/469159 
 

Jan Willem de Vries
Wageningen University & Research
Business Unit Glastuinbouw
 

Uit de krant

Meest gelezen

Uit de krant