Bloembollen PAN-onderzoek onterecht in een kwaad daglicht

Residuen n Naar aanleiding van het onderzoek van PAN Nederland naar residuen in bloembollen, heeft Vertify op verzoek van Royal Anthos de resultaten uit het onderzoeksrapport geanalyseerd.

Daarnaast hebben zijn bloembollen van de partijen uit het PAN-onderzoek die zijn getraceerd, getoetst op residuen. Uit deze herbeoordelingen blijkt dat een natuurlijke stof in narcis ten onrechte voor een niet-toegelaten middel is aangezien. Vertify geeft aan dat, in tegenstelling tot de conclusie van PAN, de aangetroffen middelen en de aangetroffen gehalten veilig zijn voor insecten.
Voor het onderzoek van PAN Nederland zijn zowel online als bij tuincentra 21 monsters van bloembollen gekocht en in een Duits laboratorium onderzocht. Volgens het rapport zijn hierin 22 verschillende residuen van gewasbeschermingsmiddelen gevonden. Vertify geeft aan dat dit aantal niet klopt, omdat afbraakproducten van middelen eveneens zijn meegerekend. Ook is een natuurlijke stof in narcis als middel meegerekend. Het gaat daarom om 14 aangetroffen middelen. Als daarbij de rapportagegrens van 0,05 mg/kg vers gewicht wordt aangehouden, dan gaat het nog om 9 (toegelaten) middelen.
Volgens het PAN-rapport zijn 4 niet-toegelaten middelen aangetroffen. Hierbij rekent PAN Carbendazim mee, dat een afbraakproduct is van Thiophanat-methyl (merknaam Topsin M). Dit middel was ten tijde van de teelt gewoon toegelaten.