Jan Willem de Vries
Jan Willem de Vries Foto: WUR

Duurzaamheid en gezondheid als exportartikel

Column Column

De Nederlandse glastuinbouw is tot nu toe nog steeds internationaal koploper op het gebied van duurzame voedselproductie en voedselveiligheid. Om deze positie te houden is maakindustrie (kassen) nodig. Zonder kassen in Nederland is er geen innovatie. 

Op dit moment is het vooral de tuinbouwtoelevering die internationaal werkzaam is en kennis te gelde maakt. Kennis is naast goederen een belangrijk exportartikel geworden. Op dit moment is er bij veel kennisinstituten aandacht voor voeding en gezondheid. Ook hier mag je van verwachten dat we hier internationaal gezien een sterke positie hebben waar bedrijven hun voordeel mee kunnen doen.

Koploperspositie

Verduurzaming van onze productie moet vanuit onze sector blijvende aandacht en inspanning houden. Het bepaalt voor onze sector de “licence to produce”. Het kabinet heeft het in het regeerakkoord over de koploperspositie in energietransitie en circulaire productie van hoogwaardige producten. De ambities zijn groot en er worden ook de nodige middelen vrijgemaakt om deze positie te versterken. Niet alleen op het gebied van energie, wat het afgelopen jaar wel heel erg duidelijk is geworden, liggen uitdagingen. Ook op het gebied van de aanpak van de stikstof problematiek, waterkwaliteit, bodem, klimaat en biodiversiteit liggen grote uitdagingen. Daarnaast liggen er enorme uitdagingen op het gebied van gewasgezondheid. Het beschikbare middelenpakket wordt steeds kleiner en door klimaatverandering krijgen we steeds meer te maken met nieuwe ziekten en plagen. En juist in al die uitdagingen liggen enorme kansen voor de Nederlandse Glastuinbouw. Wij hebben de kennisinfrastructuur en zijn bereid om in samenwerking met de overheid, bedrijfsleven en onderzoek al die problemen die op ons afkomen aan te pakken. Hier liggen enorme kansen als we meer dan ooit bereid zijn om de problemen waar we voor staan met elkaar aanpakken.

Steeds meer landen willen qua voedselproductie zelfvoorzienend worden en komen naar Nederland om kennis en expertise. Deze landen hebben te maken met dezelfde problematieken als bij ons. Je kan dus stellen dat wij ze als sector heel veel te bieden hebben. Zelf denk ik dat de ontwikkelingen waar we nu mee te maken hebben en dan zeker op het gebied van klimaat en de foodprint die het over de hele wereld transporteren van groente, fruit en bloemen met zich mee brengt een kans is voor ons. Productiegebieden van buiten Europa voor de Europese markt zullen het lastig krijgen als er vliegtuigbelasting zal worden ingevoerd. Mijn verwachting is dat productie van deze producten dan meer in de buurt zal plaatsvinden van waar veel mensen wonen die makkelijk bereikbaar zijn. Dit biedt kansen voor nieuwe gewassen in Nederlandse kassen. 

Businessunit Glastuinbouw

Vandaag heb ik een sessie mogen bijwonen over hoe verder met de Club van 100 van de businessunit Glastuinbouw. Samen met de adviesraad en het “team Cv100” van ons bedrijf hebben we ons gebogen over een toekomst bestendige systeembenadering. De afgelopen jaren hebben we heel erg gewerkt volgens de methode van Design, Build and Construct. De problemen die op ons pad kwamen losten we gaandeweg op. Nu de club groter is, is er meer behoeft aan structuur. Gesproken is over vragen waarom bestaan we als Club, over onze missie en doelstellingen en aan welke thema’s we zouden moeten werken. Waarbij we hebben gekeken naar wat staat er in het regeerakkoord, wat schrijft de Rabobank in zijn rapporten en wat zijn consumenten trends. In de huidige missie van de Club van 100 staat dat toeleveranciers die lid zijn laagdrempelig toegang krijgen tot de brede expertise van de businessunit Glastuinbouw van Wageningen University & Research. Door deel te nemen dragen toeleveranciers bij aan de financiering van het toegepaste strategische onderzoek in Nederland en nemen deze bedrijven medeverantwoordelijkheid om de kennisinfrastructuur in stand te houden. We werken samen aan de uitvoering van het innovatie gedreven onderzoek in pre-competitieve projecten. 

Kennisvoorsprong

Voor mij is wederom duidelijk geworden dat kennis en innovatie de belangrijkste pijlers vormen van de Nederlandse glastuinbouw. Om de concurrentie voor te blijven moeten we ons steeds blijven ontwikkelen en innovatie stimuleren. Omdat de Cv100 een ketenbrede groep is, is er sprake van kennisontwikkeling vanuit verschillende disciplines. Deze nieuwe kennis zal door de afzonderlijke bedrijven zelf tot toepassing worden gebracht om hier hun voordeel mee te doen. Er is sprake van een heel nauwe samenwerking tussen het onderzoek en bedrijven uit de tuinbouwtoelevering. Ik was bijzonder blij met de opmerking van een van de deelnemers dat de Club van 100 misschien wel het verschil tussen kennisachterstand en kennisvoorsprong is. 

Jan Willem de Vries
Wageningen University & Research
Business Unit Glastuinbouw

Uit de krant

Meest gelezen

Uit de krant