Jan Willem de Vries
Jan Willem de Vries Foto: WUR

Veenvrij

Column Column

Potgrond bestaat uit een mengsel met bijvoorbeeld veen, kokos of houtvezels. Vaak worden aan deze mengsels ook organische reststoffen aan toegevoegd zoals compost, bermgras en gft. Dat mag nu nog maar tot een bepaald percentage omdat deze namelijk negatieve effecten hebben op de kwaliteit van de potgrond. Veen is op dit moment de belangrijkste grondstof voor de productie van potgronden en is vooral afkomstig uit Duitsland, Estland, Finland, Ierland, Letland, Litouwen, Polen, Rusland, Zweden, etc. 

Veen is een natuurlijke grondstof wat ontstaan is uit plantenresten en is dankzij zijn fysische, chemische en biologische eigenschappen een heel belangrijke grondstof in potgrond. Als we het hebben over fysische eigenschappen dan hebben we het over stabiliteit, goede verhouding tussen lucht- en watercapaciteit en een goede vochthuishouding. Met chemische eigenschappen bedoelen we een goede pH-waarde (zuurgraad), optimale voedingsniveau ’s, nutriënten buffering en vrij van schadelijke stoffen voor de plant. Met biologische eigenschappen bedoelen we dan vrij van onkruidzaden en bodempathogenen (ziekteverwekkers).

Veenwinning

Het merendeel van de huidige veenwinning welke voor potgronden worden gebruikt vindt verantwoord plaats. Potgrond bedrijven die zich bezighouden met veenwinning plegen hier veel inzet op. Hierbij wordt rekening gehouden met de natuurwaarde en omgeving van het productiegebied. In Nederland wordt veel veen op de markt gebracht onder het Responsibly Produced Peat (RPP) certificaat van RHP, wat staat Regeling Handelspotgronden. RHP is het Europese kenniscentrum voor substraten wat zijn oorsprong vindt in de voorlopers van ons bedrijf. Het keurmerk vergroot de gebruiker de zekerheid dat het substraat voldoet aan de juiste kwaliteitseisen voor bijvoorbeeld wateropname, luchtgehalte, pH, EC en voedingsstoffen. Ook biedt het meer zekerheid dat het substraat zuiver en schoon is en dat het veilig kan worden toegepast zonder risico’s voor de teelt. Het RHP-keurmerk monitort de kwaliteit van teeltmedia in de keten, van grondstofwinning tot bewerking en aflevering bij de gebruiker op het bedrijf. Potgrondleveranciers aangesloten bij RHP moeten aantonen dat ze geen veen winnen in onaangetaste natuurgebieden met hoge ecologische waarde. Gebieden waar wel veen wordt gewonnen, worden hersteld waarbij biodiversiteit en nieuwe veengroei prioriteit hebben. Ongeveer een derde van de Europese markt voor veenproducten onder dit duurzaamheidscertificaat.

Engels en Duits
De maatschappelijk weerstand tegen het gebruik van veen is niet nieuw. Met name de Engelse en Duitse overheden komen met strenge eisen aan veenwinning en veengebruik. Vrij recent heeft het Verenigd Koninkrijk besloten om in 2024 de verkoop van potgrond op basis van veen/turf voor de hobby markt te verbieden (het England Peat Actionplan), afgelopen mei door de Engelse regering is uitgebracht en betrekking heeft op de thuismarkt. Deze ontwikkelingen maakt dat er volop ontwikkelingen zijn om het veengebruik te beperken. Dit alle inspanningen ten spijt die de potgrondleveranciers bewerkstelligen om op een zo verantwoorde manier aan veenwinning te doen en wingebieden in oude staat herstellen. Bij retailbedrijven komen geluiden vandaan omdat zij streven naar veen vermindering. Ook bij telers, afnemers en consumenten is een duidelijke kentering merkbaar en vragen zij steeds vaker om veenvrije mengsels. Redenen zijn de grote hoeveelheid CO2 die vrijkomt bij afgravingen en het verloren gaan van eeuwenoude moerasgronden. Onder meer daarom startten onderzoekers van de Businessunit Glastuinbouw een zoektocht naar nieuwe grondstoffen voor potgrond. Met kokos is al veel ervaring opgedaan en biochar heeft de potentie om een belangrijk ingrediënt met meerwaarde te worden. Biochar is een houtskoolachtige stof dat gemaakt wordt door organisch materiaal onder zuurstofloze omstandigheden te verhitten tot voorbij 350°C. Dit proces wordt pyrolyse genoemd. Biochar kan in tegenstelling tot houtskool gemaakt worden van veel verschillende organische grondstoffen, waaronder gewasresten, mest en de residuen van afvalwater, maar ook van hout, dat normaliter gebruikt wordt voor de productie van houtskool. Het gebruik verschilt van dat van houtskool: biochar wordt speciaal voor gebruik in de bodem vervaardigd, terwijl houtskool voornamelijk als brandstof wordt gebruikt.

Tuinbouwreststromen
Zelf ben ik betrokken bij een project wat meerwaarde moet creëren van tuinbouwreststromen door ze als toeslagstof te gebruiken in o.a. potgronden. De glastuinbouw produceert jaarlijks grote hoeveelheden reststromen van plantmateriaal die nu nauwelijks worden hergebruikt in de tuinbouw. De grootste stromen komen uit teelten van vruchtgroenten zoals tomaat, paprika, komkommer en aubergine. De materialen worden nu veelal integraal gecomposteerd, wat uiteindelijk, door problemen met vervuiling van plastic een laagwaardige compost oplevert. Op beperkte schaal wordt gewerkt aan het vervaardigen van hoogwaardige producten uit glastuinbouwreststromen, zoals het produceren van tomatendozen met vezels van tomatenstengels uit kassen. In dit project willen we een nieuw en breder concept ontwikkelen voor een circulaire glastuinbouw met de productie van paddenstoelen op plantenresten uit kassen en hiermee weerbaarheidsverhogend materiaal op basis van overgebleven schimmel-behandelde reststromen. Op deze manier kunnen restproducten van de groenteteelt, via de teelt van paddenstoelen een nieuwe en belangrijke functie hebben binnen vervolgteelten in de glastuinbouw, en dan met name in de potplantenteelt waarmee de cirkel van reststromen weer rond is. Het interessante is dat de compost die overblijft na de teelt van primaire paddenstoelen en een aantal andere paddenstoelvormende schimmels op reststromen, ingezet kan worden voor het verhogen van substraatweerbaarheid. Het dan nog aanwezige paddenstoelenmycelium kan de weerbaarheid van glastuinbouwteelten tegen ziekten en plagen van de potgrond verhogen. Hoewel het nog een heel lange weg zal zijn voordat we geen veen meer zullen gebruiken in onze potgrond, worden er toch met elkaar stapjes gezet om veenvrij te kunnen telen door inzet van andere grondstoffen.

Jan Willem de Vries
University & Research
Business Unit Glastuinbouw

Uit de krant

Meest gelezen

Uit de krant