Jan Willem de Vries
Jan Willem de Vries Foto: PR

Weerbaarheid

Column Column

Weerbaar telen is een belangrijk uitgangspunt van geïntegreerde bestrijding. We hebben het dan in goed Nederlands over IPM wat staat voor Integrated Pest Management. De basis van IPM is een goede balans in en om de plant om zo de plant te faciliteren om de eigen weerbaarheid op peil te houden. De bovengrondse delen kun je daarbij niet los zien van de ondergrondse delen en vice versa. 

Voorbeelden van weerbaar telen, bekeken vanuit de ondergrondse delen, zijn een goede structuur van de (pot) grond, goede verhouding lucht-water, geen dichte plaat, geen verslemping in het substraat. Ook spelen een goede balans tussen de verschillende nutriënten en de voldoende aanwezigheid van goede schimmels, bacteriën en ander bodemleven (in juiste verhouding) en zo min mogelijke aanwezigheid van ‘verkeerd’ bodemleven een belangrijke rol. 

Op veel gebieden ontbreekt nog de juiste kennis om Weerbaar Telen goed toe te passen. In de praktijk worden telers en kwekers overspoeld met producten zoals biostimulanten en meststoffen die claimen een werking te hebben tegen ziekten en plagen. Hoewel er veel ervaringen zijn in de praktijk is het onduidelijk wat wel en niet werkt, maar vooral de vraag waarom iets wel of niet werkt blijft onbeantwoord. De kennis die er wel is, is erg verspreid. 

Lastige materie
Het begrip Weerbaar Telen wordt door steeds meer en steeds vaker door eenieder die er mee te maken heeft gebruikt, maar een duidelijke definitie ontbreekt. Weerbaarheid is een lastige materie. Kwekers hebben positieve ervaringen, maar het is onduidelijk wat ze precies doen. Adviseurs willen adviseren, maar weten niet wát ze moeten adviseren. Er zijn veel middelen en maatregelen beschikbaar, maar wat en hoe het werkt, is vaak nog onduidelijk. Het is dan ook belangrijk om bij een goede definitie oorzaak en gevolg te onderscheiden. Het gaat bij plantweerbaarheid om; het vermogen tot verdediging door de plant zelf, de capaciteit van de plant om te reageren op verstoring door schade te weerstaan, zich te herstellen en het vermogen om minder vatbaar te zijn voor ziekten en plagen.

Het gaat dus om het vermogen van een plant om zich te verdedigen. Dat kan via genetische afweer zoals resistentie, morfologische afweer bijvoorbeeld door dikke celwanden of beharing en geïnduceerde resistentie. Vooral over dit laatste is nog veel onduidelijk en veel meer kennis nodig. Vragen zoals hoe kunnen wij het ‘immuunsysteem’ van de plant actief aanzetten met teeltomstandigheden door bijvoorbeeld biostimulatoren of toevoegingen aan het wortelstelsel zoals bepaalde bacteriën zijn nog onvoldoende beantwoord. Is het niet zo, dat als wij meer zouden weten hoe en aan welke knoppen wij kunnen draaien, wij veel meer in staat zouden zijn om de plantweerbaarheid te vergroten. Daarmee zouden we een enorme systeemsprong kunnen maken richting een weerbare toekomst in plantgezondheid.

Als telers en kwekers worden we er, door het steeds minder beschikbaar hebben van middelen steeds meer van overtuigd dat plantweerbaarheid een belangrijk onderdeel is van duurzame gewasbescherming. Vaak hoor ik dat deze ontwikkeling is ingegeven door het steeds minder beschikbaar zijn van middelen door nieuwe EU-regelgeving welke verschillende pesticiden in de ban doet. Natuurlijk is dat zo maar we mogen er niet aan voorbijgaan dat de ontwikkeling van toepassing van duurzame gewasbescherming cruciaal is gezien de resistentie van plagen en ziekten tegen chemische gewasbeschermingsmiddelen. Daarnaast willen we als sector de afhankelijkheid van chemische middelen en de milieulast van gewasbeschermingsmiddelen verlagen.

Onderzoeksproject

Als Businessunit Glastuinbouw doen we veel werk op dit terrein. Een greep hieruit is een onderzoeksproject waar de natuurlijke weerbaarheid tegen echte meeldauw, een economisch belangrijk ziekteprobleem in de glastuinbouw, wordt onderzocht. Binnen dit project wordt gekeken naar de natuurlijke weerbaarheid, we leren en onderzoeken welke morfologische en/of chemische kenmerken achter de natuurlijke weerbaarheid zitten om deze vervolgens voor duurzame gewasbescherming tegen meeldauw in te zetten. Binnen dit project wordt de natuurlijke variatie in meeldauw en weerbaarheid tussen rassen en verschillende plantleeftijden geïnventariseerd. Vervolgens wordt naar de morfologische en chemische kenmerken die betrokken zijn bij weerbaarheid tegen meeldauw gekeken. Chemische weerbaarheidsstoffen worden gemeten en gerelateerd aan weerbaarheid tegen ziekte en plagen. 

Als de achterliggende kenmerken van de weerbaarheid bekend zijn, kunnen deze op verschillende manieren in de gewasbescherming toepassen. Maar er is veel meer. Het gaat ook om een gerichte sturing van omgevingsfactoren, zoals lichtkwantiteit en kwaliteit, voeding en inzet van elicitoren. Dit zijn stoffen die de weerbaarheid tegen ziekte en plagen kunnen verhogen. 

Zo zijn er ook weerbaarheid bevorderende micro-organismen welke potentie hebben om de weerbaarheid van planten te bevorderen. Een belangrijke doelstelling vanuit het thema Duurzame Plantaardige Productie is dan ook om te komen tot weerbare plantaardige productiesystemen. Hierbij zijn twee belangrijke routes aan te geven: Sturing van weerbaarheid door gebruik te maken van nuttige micro-organismen en Sturing van weerbaarheid door gebruik te maken van weerbaarheid bevorderende stoffen

Voor mij wordt steeds duidelijker dat het een gegeven is dat de mate waarin ziekten en plagen tot expressie komen afhankelijk is van de weerbaarheid van de plant tegen de ziekteverwekker. En ben dan ook heel blij met dat onlangs een PPS (Publiek Private Samenwerking) is gestart naar ‘Boven- en ondergronds sturen op weerbaarheid’. Het doel van het project is om zowel weerbaarheid tegen boven- als ondergrondse ziekten en plagen te bereiken via verbetering van de bodem of het substraat in combinatie met het inzetten van bovengrondse maatregelen op kritieke momenten in de teelt. Het gaat er dan om binnen dit project te komen tot een ontwerp en strategie wat mogelijk is door het toepassen van een systeembenadering, waarin plant, substraat/bodem en omgeving niet als losse onderdelen worden bekeken, maar in hun samenhang. Om zo te komen tot een IPM-strategie waarin onder- en bovengrondse weerbaarheid elkaar aanvullen en versterken. 

Het mag duidelijk zijn dat wij dit soort projecten alleen kunnen draaien als overheid en bedrijfsleven samenwerken. Als individueel bedrijf, hoe groot u dan ook bent, bent u te klein om aan oplossingen te werken. Er zijn veel ziekte- en plagen waar we als sector voor staan op dit moment... ik voorspel u dat er nog vele bij zullen komen die we het hoofd zullen moeten bieden. 

Jan Willem de Vries
University & Research
Business Unit Glastuinbouw

Uit de krant

Meest gelezen

Uit de krant