Jan Willem de Vries
Jan Willem de Vries Foto: WUR

Ik denk echt dat wij uniek zijn...

Column Column

De teelt van aardbeien onder glas breidt zich enorm uit. De aardbei behoort tot het geslacht Fragaria L. In de familie van de Roosachtigen of Rosaceae. Het geslacht Fragaria omvat, verspreid over een groot deel van de wereld, verschillende soorten. Twee van die soorten komen in Nederland in het wild voor. 

De aardbei wordt zowel generatief (door zaad) als vegetatief – (door uitlopers) vermeerderd. Het overgrote merendeel van de gekweekte rassen zijn niet zaadvast en kunnen dus alleen vegetatief in stand worden gehouden. Voor het verkrijgen van nieuwe rassen wordt er vermeerderd door zaad. Van de erfelijk, sterk uiteenlopende zaailingen worden de beste aangehouden en vergeleken met de in gebruik zijnde rassen. De bloeiwijze is een tweetakkig bijscherm. De topbloem van iedere bloeiwijze is het grootst en bloeit het eerst. Ook bij de volgende bloemen neemt de grootte af in de volgorde waarin zij opengaan. De grootste bloemen hebben de grootste bloembodem en de meeste stampers. Na bestuiving en bevruchting ontstaat uit iedere stamper een dopvruchtje. Het gedeelte van de bloembodem dat onder een vruchtje ligt zwelt op. Als er geen of onvolledige bevruchting plaatsvindt, zwelt de bloembodem niet of slechts plaatselijk op en ontstaan er respectievelijk geen of misvormde vruchten. Voor het verkrijgen van gave vruchten is een goede vruchtzetting noodzakelijk; de grootte die de vruchten kunnen krijgen, wordt dan bepaald door het aantal stampers dat per bloem aanwezig was. 

Oogstperiode
Tussen 1600 en 1900 kwam de aardbeienteelt voornamelijk voor in de provincies Noord- en Zuid-Holland. In een aantal oude teeltgebieden is de aardbei tot de tweede wereldoorlog altijd een belangrijk gewas geweest. Zo was Beverwijk (Kennemerland) met 246 ha één van de belangrijkste teeltgebieden van aardbeien voor in Nederland voor verse consumptie. Een groot probleem in de aardbeienteelt is de grote arbeidsbehoefte in de oogstperiode. Door opkomende industrialisatie in het westen van het land werd de beschikbare arbeid om te oogsten schaars maakte dat er een enorme groei ontstond in met name de provincie Noord-Brabant. Cijfers uit 2017 van het CBS laten zien dat de daling van het areaal aardbeien gepaard gaat met een veel sterkere afname van het aantal bedrijven. In 2017 houden zich 450 bedrijven bezig met de productie van aardbeien. Dat waren er 380 minder dan in het jaar ervoor 2006 (-46 procent). Ik hoor zelfs om mij heen praten dat het een kwestie van tijd is en dat men verwacht dat deze ontwikkeling doorgaat en er binnen afzienbare tijd er geen aardbeien meer in de vollegrond geteeld zullen worden. Zelf denk ik dat er maar weinig mensen zo’n 15 jaar geleden hadden kunnen voorspellen dat deze ontwikkeling zo hard zou gaan. Op dit moment is Aardbei is met 400 – 450 ha glas het vierde vruchtgewas onder glas. Mijn verwachting is dat deze uitbreiding heel hard richting de 500 hectare zal gaan. Het is een sector die heel hard groeit, niet alleen in areaal maar ook in teeltwijze richting jaarrond teelt.

Meeldauw
Nu kent de teelt van aardbeien een aantal problemen die echt opgelost moeten worden. Aan een aantal problemen wordt gewerkt, één daarvan is meeldauw. Je zou kunnen zeggen dat er een direct verband is tussen de omstandigheden in de kas en de ontwikkeling van ziekten. Meeldauw komt voor op het blad en in alle ontwikkelingsstadia van de vruchten. Omdat de bedekte teelt in aardbei alleen maar toeneemt wordt meeldauw in de praktijk een steeds groter probleem. Dit heeft alles te maken met een steeds kritischer wordende consument die het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen afkeurt en maakt dat spuiten en zwavelen in de teelt niet meer accepteert. 

Proefbedrijf
Op dit moment loopt er een project op het proefbedrijf van de businessunit Glastuinbouw naar het opstellen van een optimale klimaatstrategie voor aardbei die energiebesparing, ziektebeheersing en vruchtkwaliteit combineert. In de aardbeiteelt streeft men uit kwaliteitsoogpunt naar een hoge DIF in temperatuur. Een hoge dif wil zeggen dat er een groot verschil is tussen dag en nachttemperatuur hiermee wordt de strekking van de plant beïnvloed met als gevolg dat de relatieve luchtvochtigheid (RV) ook sterk kan variëren wat vervolgens weer bevorderlijk is voor de groei van meeldauw. Immers als de RV hoog is, is dit bevorderlijk voor de meeldauw: kieming vindt plaats bij een hoge RV en de ontwikkeling van mycelium juist bij een lagere RV. Er moet dus een teeltstrategie worden gevonden die energiezuinig telen combineert met RV’s die meeldauw niet bevorderen. Onderzoekers zijn binnen dit project op zoek naar de speelruimte die tuinders hebben om klimaat- en meeldauwbeheersing te combineren. Binnen dit onderzoek werken verschillende onderzoekexpertises samen ... weet u nog het verhaal van de timmerman en de smid. Met alleen een klimaatonderzoeker of een fytopatholoog ben je er niet je hebt ook nog mensen nodig die iets kunnen zeggen over kwaliteit en smaak. En als we dan ook een enorm hoge productie halen na één jaar fosielvrij en emissie loze kas telen dan denk ik echt dat we uniek zijn.

Het onderzoek wordt uitgevoerd in onze Kas2030 een demokas van het project Kas als Energiebron met het ras ‘Favori’, dat tot nu toe vatbaar is gebleken voor meeldauw op de vruchten. Daarnaast worden ook rassen gebruikt die vatbaar zijn voor meeldauw op het blad en die vatbaar zijn voor meeldauw op blad en vruchten.

Jan Willem de Vries
Wageningen University & Research
Business Unit Glastuinbouw

Uit de krant

Meest gelezen

Uit de krant