Jan Willem de Vries
Jan Willem de Vries Foto: WUR

Trots op de Bloembollen...

Column Column

Het is nog maar net anderhalf jaar geleden dat de bloembollenonderzoekers van de WUR in Lisse naar de Bleiswijk over kwamen. Om dit mogelijk te maken is door de businessunit Glastuinbouw fors geïnvesteerd. Zo is er een splinternieuwe uitbreiding van het kantoorgebouw gerealiseerd, een containerveld aangelegd en wordt er op dit moment de laatste hand gelegd aan een bollenlaboratorium met koel- en bewaarcellen. 

Het integreren van deze poule van bloembollen onderzoekers in de businessunit glastuinbouw is een voor de sector gouden zet geweest. Het effect van een grotere kritische massa begint zijn vruchten af te werpen. Nu is het zaak om door te pakken met onderzoek. Uitdagingen zijn er genoeg, de problemen zijn groot. De druk vanuit de maatschappij om te stoppen met gewasbeschermingsmiddelen is enorm. Dit nog los van de beschikbaarheid van middelen. Ook bij de export van bloembollen worden steeds hogere kwaliteitseisen gesteld ten aanzien van het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen. 

Toekomstvisie

Op dit moment loopt er bij verschillende bolgewassen de hierboven genoemde problematiek. De duurzaamheidsproblemen van de bollensector zijn deels terug te voeren op de trage vermeerdering van veel soorten bolgewassen. Om die reden vindt de vermeerdering en doorteelt tot leverbare bollen plaats op het veld en moeten de bollen enkele jaren achtereen geplant, geoogst, verwerkt, bewaard en opnieuw geplant worden. Dit ‘cyclisch’ telen houdt ziekten en plagen in de grond en op de bedrijven in stand en is daarmee de oorzaak van het gebruik van veel middelen. Om die reden staat in de toekomstvisie het doorbreken van het cyclisch telen centraal. Op dit moment vindt er onderzoek plaats naar een éénrichtingssyteem bij verschillende bolgewassen. Hiermee bedoelt het in één lijn van uitgangsmateriaal naar leverbare bollen, onder zoveel mogelijk geconditioneerde omstandigheden wat het gebruik van chemische middelen overbodig maakt.

Cyclisch telen

Een paar voorbeelden wil ik noemen, waar we als businessunit Glastuinbouw & Bloembollen aan werken. Bijvoorbeeld het doorbreken van het cyclisch telen. Zo wordt voor het vermeerderen van Hyacint traditioneel volgroeide bollen gebruikt. Deze werkbollen zijn dan drie of vier jaar oud en hebben dus jaren blootgestaan aan ziekten en plagen. Het uitgangsmateriaal voor een nieuwe teelt kan dus al bij de start besmet zijn. Onderzocht wordt of de bollen schoner en sneller zijn te kweken in een kas, om zo de cirkel te doorbreken. Dit onderzoek loopt nu op het proefbedrijf in Bleiswijk. Daar wordt weefselkweekmateriaal gedurende 1 of 2 jaar opgekweekt tot werkbollen, waarvan na vermeerdering een deel van de bolletjes op hun beurt uitgroeien tot werkbollen. Idee is, dat de rest van de bollen buiten verder gekweekt kunnen worden tot snijbloemen, bloembollen op pot of bollen voor droogverkoop. De bollen worden geteeld op kisten met substraat en krijgen water en nutriënten. Daardoor is het groeiproces te versnellen en beter te sturen; bovendien groeien de bollen gelijkmatiger dan bij een teelt in het open veld. En het belangrijkste voordeel: de bollen worden beschermd tegen diverse ziekten (met name bacteriën zijn in Hyacint een probleem), waardoor in één klap het middelengebruik drastisch beperkt kan worden. Eenzelfde soort onderzoek om het cyclisch telen te doorbreken vindt ook plaats bij Lelie. 

Bolkwaliteit

Een ander voorbeeld waar we aan werken is om met behulp van camera’s de bolkwaliteit tijdens de verwerking te beoordelen met behulp van een gecombineerde kleuren en 3D-camera’s. Aan de hand van de gemaakte beelden wordt met behulp van deep learning techniek een computernetwerk getraind om de goede en afwijkende bollen automatisch te detecteren. Hoe groter de dataset, hoe beter het netwerk is in het detecteren van de verschillende afwijkingen. Tijdens dit onderzoek is ook gekeken of het mogelijk is om met deze camera’s het bolvolume te bepalen. Het idee is dat bollen met een gelijk volume in de broeierij ook leiden tot een gelijkmatigere bloei, dit zou voordelen kunnen opleveren bij het oogsten van de bloemen. Op basis van de 3D beelden is het volume van de bollen berekend en vergeleken met handmatige metingen van het volume van de bollen. De relatie tussen de handmatige volume bepaling en de berekening op basis van de 3D beelden was heel goed. Het zijn zo maar twee voorbeelden van ons werk tot nu toe. Maar we doen als businessunit Glastuinbouw & Bloembollen veel meer nog veel meer. Wilt u meer zien lezen bezoek dan eens de website over bloembollen, https://www.wur.nl/nl/Onderzoek-Resultaten/Onderzoeksinstituten/plant-research/glastuinbouw/Onderzoeksthemas/bloembollen-1.htm 

Veel instanties en bedrijven waren heel kritisch over de integratie van het bloembollenonderzoek binnen de businessunit Glastuinbouw. Wat we met deze integratie hebben bereikt is dat het strategische onderzoek antwoorden moet geven op de grote uitdagingen waar de sector voor staat kan worden gecontinueerd. Ik ben er dan ook heel trots op dat we in Nederland ons businessunit Glastuinbouw en Bloembollen kunnen noemen. 

Jan Willem de Vries
Wageningen University & Research
Business Unit Glastuinbouw


Uit de krant

Meest gelezen

Uit de krant