Afbeelding
Foto: PR

Virussen vóór zijn...

Algemeen Column

Ik lees in een artikel op de website van Wageningen University & Research dat door globalisering en verstedelijking ziekten die van dieren op mensen overgaan, zich sneller kunnen verspreiden.

Vroege detectie kan dus levens redden. Dat is dan ook de reden dat Wageningse onderzoekers samen met dierenartsen zo snel mogelijk potentiële ziekteverwekkers opsporen bij wilde dieren en vee. Op het moment dat er iets is gevonden, ontrafelen ze de genetische opmaak van virussen om de risico’s te kunnen bepalen en vaccins te kunnen ontwikkelen. 

Dat doen ze niet alleen, maar samen met vakgenoten. Wereldwijd wordt expertise uitgewisseld om nieuwe bedreigingen voor te kunnen zijn. Ziekten die van dieren op mensen over kunnen gaan noemen we zoönose. Mensen en dieren leven niet gescheiden van elkaar, maar samen. Zowel mens als dier hebben zich in de loop van de evolutie samen ontwikkeld net als hun ziekteverwekkers. Daarom kunnen mensen ziek worden door ziekteverwekkers die afkomstig zijn van dieren. Deze infectieziekten zijn van alle tijden. Aan de andere kant zijn er zoönosen, waarbij de mens de primaire gastheer is en dieren kunnen besmetten. Dit noemen we anthropozoönosen. Bekende voorbeelden van een infectieziekten die van dieren op mensen overgesproken zijn ebola, zika, de Mexicaanse griep, ziekte van Lyme en hondsdolheid. Maar ook de mazelen, een gemuteerde vorm van runderpest. Het coronavirus, dat momenteel de wereld in zijn greep houdt, past ook in dat rijtje van zoönosen. Zijn mensen eenmaal besmet dan is het bij sommige zoönosen zo, dat ze vervolgens heel makkelijk van mens tot mens kan worden overgedragen en uiteindelijk leidt tot een pandemie, een epidemie op wereldschaal. 

Vleermuizen


Bij corona is het vermoeden dat het afkomstig is van vleermuizen en via een ander dier op de mens is overgedragen. Het verraderlijke aan een virus is dat het gemakkelijk verandert. Een virus is een microscopisch klein deeltje dat bestaat uit erfelijk materiaal, verpakt in een eiwitomhulsel. Virussen worden pas biologisch actief door cellen van levende organismen binnen te dringen (te infecteren), waar ze gebruik maken van anabole celprocessen. Processen waarmee weefsels en organen, zoals spiermassa en botten worden opgebouwd en onderhouden. Het vervelende aan een virus is dat het heel moeilijk is om het uit te roeien. We moeten er dus altijd alert op blijven dat het zomaar kan opduiken.
De afgelopen decennia hebben we te maken gehad met verschillende virussen. Het is wel opvallend dat we sinds deze eeuw te maken hebben gehad met drie soorten coronavirussen. Eerst SARS1, toen MERS en nu het huidige virus. Coronavirussen danken hun naam aan de krans (in het Latijn corona) rond de virusdeeltjes. Waarom deze virussen optreden is tot op heden niet duidelijk. Mogelijk ligt de oorzaak in ons gedrag als mensen, in het ecosysteem of in het virus zelf. Wat mij wel duidelijk is geworden is dat corona niet op zich staat. We zullen altijd last blijven houden van ziekten die overspringen van dier op mens en andersom. Het is een kwestie van tijd dat we met een volgende uitbraak te maken krijgen. Het is dan te hopen dat die niet zo groot is dan waar we nu mee te maken hebben en dat we dan beter voorbereid zijn.

Het voorspellen welke ziekteverwekker waar en wanneer precies gevaarlijk wordt, is bijna onmogelijk. Alleen snelle detectie kan voorkomen dat schadelijke zoönosen zich onder de bevolking verspreiden. Het zoeken naar de beste detectiemethoden en het harmoniseren van diagnostische processen met elkaar vraagt om onderzoek en het delen van expertise met elkaar door kennisuitwisseling. Alleen zo is het mogelijk te komen tot een snelle identificatie, karakterisering en risico-inschatting van nieuwe virussen. 

Kantelpunt


De impact die dit virus heeft op de wereld kan leiden tot een kantelpunt in onze geschiedenis. We hebben het dan over de periode van voor en de periode van na corona. Dat de wereld er anders uit zal zien is voor mij klaar als een klontje, maar ik kan niet vertellen hoe. We zullen als sector met elkaar onze plek hierin moeten vinden. Gelukkig beschikken wij over producten zoals verse groenten, bloemen en planten die staan voor gezondheid en emotie waar behoefte aan is. Maar laten we in ieder geval leren uit deze COVID-19 crisis. Het zoeken naar oplossingen en het vinden van antwoorden op onderzoeksvragen, vraagt onderzoek en delen van expertise door kennisuitwisseling. Alleen zo is het mogelijk te komen tot een snelle oplossingen van de problemen waar we voor staan. Ondanks alle beperkingen worden onze onderzoeksprojecten zoveel mogelijk volgens de projectpannen uitgevoerd.

Jan Willem de Vries
Wageningen University & Research
Business Unit Glastuinbouw


Uit de krant

Meest gelezen

Uit de krant