Afbeelding
Foto: wur

Invasieve exoten, maak je borst maar nat, ze zijn onstuitbaar

Algemeen Column

Exoten, ook wel uitheemse soorten genoemd, zijn virussen, schimmels, insecten of micro-organismen die zich buiten hun oorspronkelijke leefgebied hebben gevestigd.

Invasieve soorten kunnen een enorme bedreiging vormen voor de biodiversiteit, zowel binnen als buiten onze kassen. Door hun aanwezigheid vormen ze een enorme bedreiging voor onze teelten in kassen. Inmiddels hebben we voorbeelden te over van de effecten die invasieve soorten hebben op onze gewassen. 

Exoten: opzettelijk en onopzettelijk
Over het algemeen komen deze soorten door menselijk handelen terecht in onze kassen. Door het opwarmende klimaat wordt het voor deze soorten ook steeds makkelijker om zich te vestigen. We zien dan ook een beweging van opkomende plagen van het zuidelijk halfrond naar het noordelijk halfrond.
Bekende invasieve soorten welke we niet eens meer rekenen tot invasieve zijn konijn, fazant en knobbelzwaan. Deze soorten zijn vóór het jaar 1500 in ons land zijn geïntroduceerd. Soms introduceren we nieuwe soorten opzettelijk. Een bekend voorbeeld is wel het veelkleurig Aziatisch lieveheersbeestje, deze werd nu al weer ruim twintig jaar geleden opzettelijk in Europa losgelaten om bladluizen te bestrijden. Japanse duizendknoop is ooit meegebracht uit het verre oosten. Fazanten en damherten werden ooit uitgezet als jachtwild. En jaarlijks belanden honderden schildpadden en zonnebaarzen in Nederlandse sloten nadat hun baasjes op ze uitgekeken zijn.
Vaak gaat het om onopzettelijke introducties. Huis- of sierdieren ontsnappen uit gevangenschap, bijvoorbeeld de halsband parkiet en de nijlgans. Zeedieren, zoals de Chinese wolhandkrab, komen mee met het ballastwater van schepen. En door de aanleg van een kanaal tussen Rijn en Donau kunnen vissoorten uit het Donau-stroomgebied, zoals zwartbekgrondel en Pontische stroomgrondel, nu al twintig jaar zelf onze wateren bereiken.
Zo zijn er ook voorbeelden die recent volop in het nieuws zijn geweest, denk alleen maar aan de eikenprogressierups en de buxusmot. Dat een exoot zich tot een plaag kan ontwikkelen heeft als mogelijk oorzaak het ontbreken van natuurlijke vijanden die een populatie in stand kan houden. De aanwezigheid van een ziekte of parasiet in de exoot waarvoor die immuun is maar autochtone soorten niet, zorgt ervoor dat de exoot de autochtone soort vervangt.
In het geval van planten leiden één of meerdere van deze oorzaken ertoe dat de exoot meer zaad vormt en/of sneller groeit dan de autochtoon. Hierdoor kan de exoot inheemse planten verdringen. Het wordt pas echt vervelend als de gevolgen van een nieuwe invasieve schadelijk is voor de volksgezondheid zoals bijvoorbeeld de tijgermug.

Enorme problemen
Het oprukken van insecten gaat in de glastuinbouw voor enorme problemen zorgen als we nu niets ondernemen. Als ik mijn collega entomologen mag geloven komt er het nodige op ons af. Chemische middelen zijn er niet of komen sporadisch beschikbaar. Op het moment dat het Q-organismen zijn is het duidelijk wat er gaat gebeuren. Daar is maar één optie mogelijk en dat is ruimen. Dat ik daar voor het eerst mee geconfronteerd werd was, geloof ik, in 1992. Ik reed dagelijks langs een hele grote ficus kwekerij van meer dan 2 ha. Die werd in zijn geheel geruimd, iets wat ik niemand toewens. Maar wel iets is waarvan ik bang ben dat we hier als sector nog vaak mee te maken krijgen. Soms is het zo dat een invasieve soort zich zo algemeen verspreid heeft en vestigt dat een quarantaine maatregel geen zin meer heeft. Het probleem voor u als kweker is hier niet mee weg. 

Maar wat gaat u er aan doen?

Ik denk dat het tijd wordt dat we met elkaar in gesprek gaan en een aantal potentiële strategieën gaan ontwikkelen. En denkt u niet dat de chemische industrie gaat probleem het voor u op te lossen, want die tijd is geweest. U bent aan zet. 


Jan Willem de Vries
Wageningen University & Research
Business Unit Glastuinbouw

 

Uit de krant

Meest gelezen

Uit de krant