Te weinig borstklopperij
Algemeen Bloemen in BewegingDe aansluiting tussen onderwijs en bedrijfsleven, het is een actueel onderwerp in de sector.
Omkleed met de nodige zorgen, maar er zijn ook positieve ontwikkelingen. De Bloemenkrant sprak met Pim Teunissen, opleidingsmanager bij het Groenonderwijscentrum en Martin Hogenboom, mede-eigenaar van kwekerijen-cluster Vireõ.
Dit artikel is aangeboden door Flora Futura.
Teunissen: "Een jaar of zeven geleden was er nog nauwelijks sprake van een structurele samenwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven. Dat is de laatste jaren sterk veranderd. We hebben ingezien dat we gezamenlijk zaken moeten ontwikkelen die goed zijn voor de sector. Een belangrijk punt is het werven en opleiden van studenten. Een taai probleem."
Aanwas
Hogenboom: "De tijd dat tuinders hun kinderen naar de tuinbouwschool stuurden, die is voorbij. In onze sector is het niet meer vanzelfsprekend dat kinderen in de voetsporen van hun ouders treden. De wereld buiten de kas trekt en op het MBO is groen niet de populairste studierichting.
Aan de andere kant vergrijst onze sector snel, zodat in de nabije toekomst veel kennis de deur uit loopt. We zullen echt werk moeten maken van jonge aanwas. Dat kan onder andere door te benadrukken dat de groene sector volop kans op uiteenlopend werk biedt."
Imago
Teunissen: "Het is al door velen geconstateerd, de sector kampt met een imago-probleem. Studenten (en ouders) weten vaak niet hoe geavanceerd we zijn. Wat denk je van sexy banen als drone-engeneer, proces operator, teelttechnicus en internationaal marketeer."
Hogenboom: "Het bedrijfsleven kan de hand wat dat betreft in eigen boezem steken. We blinken niet uit in het naar buiten treden. We vertellen te weinig wat we doen en waar de sector voor staat. Misschien ingebakken door onze historie. Het veilproces regelde bijna alles voor je. Je hoefde nauwelijks van de tuin."
Bescheiden
Teunissen: "En de sector is te bescheiden. We doen veel te weinig aan borstklopperij.
Dat is ook de reden dat we studenten meer op locatie willen hebben. Gewoon laten zien wat er te koop is. Dat werkt. Bedrijfsbezoeken, gastlessen; de studenten raken echt onder de indruk. De belangstelling voor Kom in de Kas en GreenUnplugged -jongeren op locatie kennis laten maken met de tuinbouw - zijn daarvan prachtige voorbeelden."
Hogenboom: "Het was wel wennen om gastlessen en bedrijfspresentaties te geven. Achteraf koudwatervrees. De school steekt didactisch de helpende hand toe en het merendeel van de studenten blijkt oprecht geïnteresseerd in je verhaal."
Teunissen: "Dat is precies wat we willen: verbinden. Loek Hermans, ex-voorzitter van Greenport Holland, merkte in dat kader eens op: 'naast elke docent een vakspecialist'. Inderdaad de ultieme vorm van co-creatie. De kracht van het onderwijs gebundeld met de kracht van de praktijk."
Eggie
Teunissen: "Dat is ook wat wij bedoelen met authentiek opleiden. Op locatie leren stimuleert studenten enorm. Het besef dat het hier om het 'eggie' gaat, mobiliseert alle aandacht. Ideaal om effectief kennis en enthousiasme over te brengen. Het zou prachtig zijn om een groot deel van de opleiding te laten plaats vinden in de beroepspraktijk. Vakspecialisatie is in een schoollokaal nu eenmaal lastig te onderwijzen."
Stage-carrousel
Hogenboom: "Wat ook helpt is een stage-carrousel, waarin stages worden verdeeld in een reeks van 3 x 8 weken. Elke periode een nieuw leerterrein. Die afwisseling houdt het aantrekkelijk, geeft de student een breed beeld, waardoor de kans wordt vergoot, dat hij of zij een plekje vindt in onze sector."
Door Walter Landesbergen
Groenonderwijscentrum verbindt beroepsopleidingen van de groene mbo- en hbo scholen en bedrijven. Wellant-college is initiatiefnemer.
