Afbeelding
Foto: WUR

Is het niet zo dat je het dak moet repareren als de zon schijnt? 

Algemeen Column

Tot 2010 hadden wij zolang ik mij kan herinneren een ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.

Een ministerie met als beleidsterreinen landbouw, natuurbeheer, bosbouw, visserij en voedsel. Ook het landbouwonderwijs viel onder dit ministerie zoals de agrarische beroepsopleidingen en de WUR.

Op dit moment vallen deze domeinen onder het ministerie van Economische Zaken. In de periode 1945 en 1959 had het ministerie een belangrijke rol in de voedselvoorziening, immers er was een schreeuwend tekort aan goed voedsel. Door de jaren heen werden er zaken aan dit ministerie toegevoegd. Denk aan beleidsterrein openluchtrecreatie en natuurbescherming en de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit. In 2010 onder het kabinet-Rutte I is het ministerie samen met het ministerie van Economische Zaken opgegaan in het nieuw gevormde ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. Bij de formatie van het kabinet-Rutte II werd de naam verkort tot ministerie van Economische Zaken.

Voedsel
Iedereen weet dat voedselproductie belangrijk is. We vinden het zo vanzelfsprekend dat we dat soms vergeten. 50% van de wereld bevolking heeft een probleem met voedsel. Heel veel mensen op de wereld hebben een tekort aan voedsel, daartegenover staan heel veel mensen die te veel voedsel consumeren. Het besef van het goed en veilig voedsel wordt door steeds meer mensen gerealiseerd.
Dat de wijze waarop onze producten worden geproduceerd belangrijk is, kunt u regelmatig in de krant lezen. Denkt u alleen maar aan de grote problemen die de pluimveesector nu heeft met Fipromil. Ik durf te stellen dat we in Nederland een overvloed hebben aan veilig en hoogkwalitatief voedsel, met een heel grote variatie. 
Voedsel is zo belangrijk dat we een betrokken overheid nodig hebben die een vinger aan de pols houdt en er voor waakt dat het consumentenvertrouwen niet wordt geschaad. Een overheid, die zorgt voor goede milieuregels en een duurzame landbouw, waarin respectvol met dieren, natuur en milieu wordt omgegaan. De overheid heeft een grote verantwoordelijkheid met betrekking tot voedsel en landbouw. Dat vraagt een vastbesloten optreden op basis van heldere beleidsuitgangspunten en met veel kennis van zaken. De landbouw- en voedselketen heeft behoefte aan heldere kaders, die een duurzame productie en transparantie rond voedsel garanderen. De landen van de Europese Unie maken samen het landbouwbeleid voor Europa. Dit beleid moet ervoor zorgen dat er genoeg voedsel is in Europa. En dat boeren hun landbouwproducten tegen redelijke prijzen kunnen verkopen. Hier valt nog wel het een en ander te doen.

Ministerie van Landbouw
Nu wordt er door een aantal boegbeelden uit de sector een pleidooi gehouden voor een ministerie van voedsel. Het beleid over voedsel is volgens hen te veel versnipperd over verschillende ministeries en moet samenkomen in een op te richten ministerie van Voedsel. Als opvolger van het in 2010 opgeheven ministerie van Landbouw, aangevuld met thema's als voedselveiligheid en export. Wat mij betreft prima maar dan onder een andere naam. Want onze sector doet meer dan voedsel produceren. Ik noem als voorbeeld de sierteelt. Wat mij betreft krijgen we weer een sterk eigen ministerie met staatssecretaris én een minister met een goed gevulde portefeuille. Onze agrosector is zo verschrikkelijk groot, we zijn het op één na grootste voedsel exporterende land ter wereld en is hiermee veruit de grootste exporteur van onze economie. En toch is Nederland zo ongeveer het enige land ter wereld zonder ministerie van Landbouw. 

Als Nederland zijn we nog steeds wereldleider als het gaat over (duurzame) voedsel productie in de jaren voorafgaand aan 2011. Een positie, die is opgebouwd door de zogenaamde gouden driehoek. Als ik kijk naar de problemen in de wereld rondom voedselproductie en in het bijzonder het watergebruik, denk ik dat we met onze sector goud in handen hebben wat we alleen maar hoeven te verzilveren.

Een belangrijke voorwaarde hierbij is dan wel dat we doorgaan met vernieuwen en innoveren. 

Als we dat niet doen en we niet in staat zijn de huidige trend te doorbreken, zullen andere landen onze positie overnemen... voor mij maar ook voor de sector een horrorscenario. 
Want zonder kennisontwikkeling verliezen we onze koppositie. Het aantal beschikbare middelen voor (vernieuwend) onderzoek is sinds 2010 drastisch afgenomen. Er is sprake van een groot na-ijl effect waarbij ingeteerd wordt op de kennis. Nu we het economische tij mee hebben is het tijd voor een inhaalslag richting een verdere verduurzaming van onze wijze van produceren. 

Jan Willem de Vries
Teamleider Facilitair Bedrijf
(Wageningen UR Glastuinbouw)
 

Uit de krant

Meest gelezen

Uit de krant