Afbeelding

Stelt u zich eens voor

Algemeen Column

Stelt u zich eens voor als er geen onderzoeksinstituten waren geweest die zich bezig houden met toegepast strategisch onderzoek.

Hadden we dan Chrysanten geteeld in Nederland? 

Je kunt stellen dat voor relatief weinig geld er ontzettend veel is gebeurd. Wat mij tegenvalt, als ik tuinders vraag naar de betekenis van het onderzoek voor het eigen bedrijf, dat men zo weinig kan benoemen over behaalde onderzoeksresultaten. Ik vraag mij af hoe dat komt. Want is het niet zo dat de geschiedenis van dit type onderzoek ook de geschiedenis is van de glastuinbouw.

Verdrag van Rome
Door het volgen van onderzoek al dan niet via adviseurs of toeleveranciers ontwikkelde de tuinbouw zich. Als je teruggaat in de tijd van de sierteelt is het Verdrag van Rome een belangrijke gebeurtenis. Dat verdrag regelde de vrije export van producten tussen de landen van wat toen nog de Europese Economische Gemeenschap heette en wat de voorloper is van wat nu de Europese Unie is.
De export van bloemen, planten en groenten schoot vanaf dat moment omhoog. Voor de tuinbouw waren de jaren zeventig jaren van enorme groei. De sector groeide uit tot een van de belangrijkste sectoren van het land. Maar laten we eens een gewas beetpakken en wat het onderzoek ervoor heeft betekend. Als voorbeeld noem ik de Chrysant, ik had ook de tomaat of om het even welk gewas kunnen noemen.

Chrysant
De eerste jaarrondchrysanten werden in 1961 aangevoerd op de veilingklok. Aan de basis van dit gewas staat een actief en praktijkgericht onderzoeksinstituut. Wat ooit begon als een oriënterende proef naar het verlengen en vervroegen van de herfstchrysant, is uitgegroeid tot de huidige teelt van jaarrondchrysanten.
Deze ontwikkeling was alleen mogelijk dankzij de onderlinge samenwerking tussen onderzoekers, telers, stek- en veredelingsbedrijven. Nu zeg ik niet dat de ontwikkeling van de jaarrondchrysant een Nederlandse vinding is.
Veel fundamenteel onderzoek, vooral op het gebied van de beïnvloeding van daglengte bij chrysanten, is door Amerikanen verricht. In 1952 werd in Amerikaanse publicaties al gesproken over verduisteren en belichten. Veel van dit werk diende als basis voor proeven naar het verlengen van de bloeiperiode van herfstchrysanten.
Waar wij in Nederland heel goed in zijn, is dingen die wij elders zien tot toepassing brengen en steeds maar weer te verbeteren. In de jaren vijftig was onderzoek bezig een bijdrage te leveren aan het spreiding van de aanvoer van herfstchrysanten. Deze werden voornamelijk in de maanden oktober, november en december aangevoerd. Dit geconcentreerde aanbod stond een goede prijsvorming in de weg en van planmatig telen was absoluut geen sprake.
Toen duidelijk bleek dat chrysanten heel goed reageerden op een beïnvloeding van de daglengte, verschoof het onderzoek naar de toetsing van rassen bij verschillende daglengten. De resultaten van het onderzoek brachten niet altijd het gewenste resultaat en er deden zich te veel groeiproblemen voor. Door steeds betere rassen, maar vooral het toepassen van nieuwe teelttechnieken, konden deze groeiproblemen worden teruggedrongen. Onderzoek naar het onderbreken van de korte dagbehandeling verbeterde de kwaliteit enorm. Diverse telers begonnen vol enthousiasme met de jaarrond teelt van chrysanten. Met behulp van richtlijnen over belichten en verduisteren kon gedurende een groot deel van het jaar een goed product worden geteeld.
Natuurlijk kwamen tijdens het telen vele concrete vragen over klimaat, C02-gebruik en  kwaliteit naar voren. Het onderzoeksterrein verschoof mee met de vele vragen vanuit de praktijk. Vooral het zoeken naar mogelijkheden om ook in de moeilijke wintertijd een goede chrysant te kunnen telen, eiste veel aandacht op van het onderzoek. Onderzoek gebeurde naar verbetering van de stekkwaliteit en een optimalisering van de plantafstand, het geven van tussenlicht, energiebesparing, temperatuurregimes, hijsverwarming, gewasbescherming, etc. Het is te veel om op te noemen wat er de afgelopen 55 jaar aan onderzoek is gebeurd aan dit gewas.

Trips
Afgelopen 25 januari was ik bij een gewasbijeenkomst Chrysant. De hele avond stond in het teken van gewasgezondheid. Met name de tripsproblematiek voerde de boventoon. Nu staat de chrysantenteelt weer voor enorme uitdagingen. Uitdagingen die volgens mij een systeemdoorbraak vragen; met een middeltje tegen de kwaal ben je er niet. Immers er zullen steeds minder nieuwe middeltjes komen.
Gelukkig heb ik een aantal ontwikkelingen gezien die hoop geven voor de toekomst. Ik denk dan aan het werk van Dr. Kirsten Leiss werkzaam bij Universiteit Leiden die fundamenteel onderzoek doet naar vele stoffen in de plant. Van enkele is bekend dat ze een invloed hebben op de afwerende werking van trips.
Gerben Messelink werkt aan een Masterplan tripsbestrijding gebaseerd op een systeemaanpak die berust op 3 pijlers, te weten een weerbaar gewas, "standing army" en gedragsmanipulatie van trips. Het gaat te ver om hier nu op in te gaan. Ik ga naar huis en denk waarom kost het onderzoekers zoveel moeite om contra financiering te vinden voor onderzoek… dan hadden we geen een Masterplan trips gehad maar een Deltaplan trips.  

Jan Willem de Vries
Teamleider Facilitair Bedrijf
(Wageningen UR Glastuinbouw)
 

Uit de krant

Meest gelezen

Uit de krant