Kennis over residuen op bloembollen groeit

Fase 1 van het project 'Ontwikkeling Residu Indicator bloembollen droogverkoop' heeft veel kennis over residuen in bloembollen opgeleverd.

Met deze kennis kunnen handelaren op een transparante manier antwoord geven op vragen van hun afnemers. Fase 2 van het door iBulb gefinancierde project is onlangs van start gegaan. Het project loopt tot september 2017.

De Residu Indicator geeft per bolgewas een overzicht van de gehalten werkzame stoffen van gewasbeschermingsmiddelen, die bij toepassing volgens het etiket op een bloembol aanwezig kunnen zijn. Aanleiding voor het project is de negatieve publiciteit over gewasbeschermingsmiddelen, in het bijzonder middelen uit de groep neonicotinoïden vanwege de vermeende relatie met de gezondheid van bijen. Steeds meer retailers stellen eisen aan residuen op producten, waaronder bloembollen. 

Fase 1 van het project bestond uit een praktijkmonitoring van de gewassen tulp, narcis, lelie, dahlia en gladiool. In fase 2 wordt op verschillende proeflocaties onder gecontroleerde omstandigheden verder onderzoek gedaan aan de gewassen, om de betrouwbaarheid van de indicator verder te vergroten. Daarbij werkt uitvoerder PPO van Wageningen-UR samen met Proeftuin Zwaagdijk. Ondernemers uit zowel teelt als handel geven sturing aan het onderzoek.  

De Residu Indicator is een instrument om een antwoord te geven op vragen van afnemers, het vertrouwen bij retailers te behouden en de gevolgen van de residuproblematiek tot een minimum beperken. Via bewustwording en duurzaamheidsinitiatieven in de sector moeten de residuen op producten daadwerkelijk teruggedrongen  worden.