Afbeelding

Sappige succulenten

Algemeen Growers pride

Succulenten zijn onder te verdelen in cactussen, vetplanten en halfsucculenten. Het woord "succulent" betekent sappig. Planten die tot deze groep behoren bezitten watervasthoudend weefsel in stengels en/of bladeren.

Door Leo Miedema, Floricode

Ook zouden planten die dit vermogen bezitten in wortels tot de groep behoren, echter maakt deze indeling het onbegrijpelijk typische bol- en knolgewassen als tulp en dahlia, met idem watervasthoudend weefsel, tot de succulenten te rekenen.
De bovengrondse delen zijn dus bepalend.
Succulenten kan men aantreffen in tal van plantenfamilies. Bekende succulenten inheems in Nederland zijn Sedum en Sempervivum (huislook).
Een opleving van deze gewassen is te verwachten in de ontwikkeling van eco-daken met Mobiroof systemen, m2 trays met Sedum en Sempervivum, die op platte daken zijn neer te leggen.
De meeste soorten vetplanten komen voor in Afrika en omgeving (Sri Lanka, India).

Oorsprong
De beide Amerika's zijn gebieden van oorsprong van de cactussen. Over en weer zijn echter soorten ingevoerd.
Ook worden parallelle evolutionaire ontwikkelingen waargenomen tussen succulenten uit de Oude Wereld en de Nieuwe Wereld. Aloë is een succulent met een oorsprong in tropisch en zuidelijk Afrika en heeft een vergelijkbare ontwikkeling doorgemaakt als de in vorm gelijke Agave uit Midden Amerika.
Taxonomie en nomenclatuur binnen de succulenten is een moeilijke opgave getuige de vele synoniemen die er bestaan voor een soort. En deze is nog steeds in beweging.
Debet aan de wirwar van namen zit in de grote natuurlijke variatie. Succulenten reageren sterk op externe groeifactoren als warmte, licht en waterhuishouding met vorm en kleurverandering.
Ook natuurlijke vegetatieve vermeerdering maakt dat lokaal grote groepen van clonen gevonden worden die doen denken aan een apart soort.

Linnaeus
Nieuwe botanische soorten of zelfs vermeende cultivars blijken vaak terug te voeren naar een reeds bestaand soort.
Om dit te ontdekken moet gewacht worden op de bloei en vruchtzetting of moet gebruik worden gemaakt van DNA technieken.
Linnaeus deed niet zo moeilijk. In 1737 deelde hij de stamsucculenten met doornen in onder twee geslachten, Pereskia en Cactus. In "Specius Plantarum" uit 1753 hanteerde hij echter alleen nog Cactus.
Al een jaar na publicatie werd Cactus opgedeeld in meerdere geslachten. Cactus werd wel de naamdrager van de familie, Cactaceae.
In 1905 werd besloten dat het begrip cactus zo verwarrend was dat het geen geslachtnaam meer kon zijn. De familienaam werd echter behouden. Als beschrijvend type voor de familie geldt het geslacht Mammillaria.
De familie telt nu circa 130 geslachten en ca. 1500 soorten. Om enige stabiliteit in de naamgeving te creëren is in 1984 de Int. Cactaceae Systematics Groep (ICSG) opgericht.

Floricode is de autoriteit op het gebied van registratie van sierteeltproducten in de wereld.
Bij registratie wordt de volledige gewas/productnaam door Floricode vastgelegd. Registratie biedt eenduidig onderscheid in soorten en variaties van het verhandelde assortiment en geeft recht op exclusief gebruik van de naam in het handelsproces. Floricode opereert als het internationale loket voor registratie van sierteeltproducten.

Uit de krant

Meest gelezen

Uit de krant